Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken, zo leidde hem de Heere alleen, en er was geen vreemd God met hem. Deuteronomium 32:11,12.
Het woord zweven komt ook voor in de tekst: ‘de Geest Gods zweefde op de wateren’ (Gen. 1:2). Er zit iets zeer rijks in het woord. De Geest Gods zweefde klapwiekend boven de wateren, en bezwangerde de chaos met leven. Net zo wekt de arend, als ze terugkeert van haar jacht op prooi, eerst haar slapende jongen op, en vervolgens, nadat ze voorzichtig boven haar nest heeft gefladderd, broedt ze met een trillende beweging van borst en vleugel op haar jongen, en vult hun lijfjes, die vanwege haar lange afwezigheid door de kou zijn verdoofd, met warmte en levenskracht. Wat is dit een prachtig beeld om de terugkeer te beschrijven van de Heere naar de ziel die in slaap is gevallen, en koud is geworden toen Hij weg was! Christus, zo lezen we, ‘voedt’, of zoals het woord betekent, ‘verwarmt met Zijn lichaam’, de Kerk (Ef. 5:29).
Met kalme bewegingen vliegend boven de ziel, brengt Hij, door de geheiligde Geest, op haar bezieling en warmte over. Het leven Gods in de ziel opwekken en voeden zijn de twee voornaamste nuttigheden van een predikdienst. Kijk eens of u deze twee uitwerkingen van het verkondigde evangelie kunt bespeuren in uw ziel. Wordt u niet soms opgewekt? En klopt uw hart soms niet in reactie op de vreugdevolle klank, en trilt en fladdert het niet onder de zoete woorden van evangeliegenade als ze met goddelijke zalving in uw borst vallen? Fladderen de jonge arenden niet ook? Zo fladdert en trilt de ziel van de gelovige in reactie op de beweging van de gezegende Geest. Zoek deze twee dingen bij een verkondigd evangelie. Hoe verschillend zijn het leven en het gevoel als het woord wordt verkondigd: we ontwaken uit een diepe verdoving!
Lezen: Psalm 91