Zijn Biografie, Preken en Bijbels Dagboek

Joseph Charles Philpot

Zijn Biografie, Preken en Bijbels Dagboek

Philpot, Joseph Charles – Biografie

JC Philpot

Philpot is geboren op 13 september in het jaar 1802 in de plaats Ripple, in het Zuid-Oosten van Engeland, dichtbij Dover aan het Nauw van Calais. Hij was het vijfde kind van Charles Philpot en Maria de Lafargue. In totaal waren er acht kinderen. JC Philpot stamt uit een geslacht van predikanten. Zijn vader Charles was predikant in de Anglicaanse kerk te Ripple. De vader en de opa van zijn moeder (de Lafargue) waren eveneens predikant. Philpot wordt door zijn ouders niet onderwezen in de bevindelijke waarheid. De interesses van zijn vader waren vooral kunst en geschiedenis, ook speelde hij veel op het klavier.

Ziek

Joseph Charles Philpot gaat in 1811 in Londen op school. Maar dan wordt hij ziek. De gevreesde ziekte van die tijd, de tering, kwam in het land. Hij verliest twee zussen en twee broers aan de ziekte. Dat gebeurde veel in die tijd. Zij worden alle vier op hetzelfde kerkhof in Ripple voor de ramen van de pastorie begraven. Saarberg zegt: wat een indruk moet dit op Joseph Charles’ gevoelige karakter gemaakt hebben, wanneer hij thuis was van zijn studie.

Ook voor het leven van Joseph Charles werd gevreesd. Maar wonderlijk genoeg werd zijn leven gespaard. Toch is hij nooit helemaal van deze ziekte hersteld. Philpot heeft gedurende zijn gehele leven met een bronchiale aandoening getobd.

Opnieuw naar school

In 1815 gaat Philpot opnieuw naar school in Londen. Hij bezoekt het Lyceum dat dichtbij de beroemde Sint Pauls kathedraal is gelegen. Joseph Charles blijkt een begaafde jongeman te zijn met veel geneigdheid om te studeren. Er was weinig tijd voor ontspanning. Hij boog zich van dag tot dag over Latijnse, Griekse en Hebreeuwse boeken. In 1821 (met de leeftijd van 19 jaar) gaat hij studeren op de beroemde universiteit in Oxford. De theologische omstandigheden zijn niet meer te vergelijken met de tijd van John Owen.

Het klimaat is aanzienlijk aan het veranderen. Theologen als Lloyd en de broers Henry en Francis Newman staan onder de invloed van Rome.

Zonder God in de wereld

Over die periode vertelt Philpot dat hij zonder God en zonder hoop in de wereld leefde. Zijn verlangens gingen uit naar aardse roem en grootheid, en hij was omringd door vrienden die hetzelfde doel voor ogen hadden. Toch was hij niet de vrolijke en luchthartig levende student, zoals men die in die dagen in Oxford gewend was. Zijn ingetogen en geregelde levenswandel viel onder zijn medestudenten zelfs zo op, dat dezen van hem vertelden dat hij beslist een godzalig mens moest zijn.

Hij ging gemoedelijk met zijn medestudenten om, maar vrienden maakte hij maar weinig. Deze terughoudendheid zou later één van zijn voornaamste eigenschappen zijn.

Het Worcester college

Tijdens zijn studie wordt Philpot ontdekt door het college van professoren, het zogenaamde ‘Worcester college’. Na zijn examen in 1824 wordt hij ook lid van dit college en zal dat lang blijven. Dit lidmaatschap garandeerde iemand van een mooie carrière als hoogleraar. Maar het zou heel anders lopen in het leven van Philpot. In 1823 sterft zijn vader op drieënzestigjarige leeftijd. Zijn moeder gaat dan in Walmer wonen, vlakbij Ripple.

Het gezin is dan niet groot meer: zijn oudste zus Frances Mary, zijn gehandicapte broer Augustus en de jongste dochter, Mary Ann.

Inkomsten

Joseph Charles was nu de enige hoop voor de familie. Spoedig zou hij op eigen benen staan. Na zijn examen was het voor hem mogelijk om voldoende inkomsten te verkrijgen door het geven van privé-lessen, totdat er een plaats voor hem vacant zou komen in de kerk.

In 1826 gaat hij naar Ierland en wordt gouverneur bij Edward Pennefather met de bedoeling zijn kinderen thuis onderwijs te geven. Tijdens zijn reis maakt hij een tussenstop in Oakham. Daar krijgt hij een stapel gedichten van Joseph Hart in handen. Hij neemt ze mee naar Ierland.

De ommekeer van JC Philpot

Dit verblijf in Ierland is crucieel voor zijn verdere leven. Hij wordt namelijk verliefd op de dochter van de heer Pennefather, haar naam is Anne. Maar wanneer meneer er van hoort, dan moet zij het uitmaken vanwege het standsverschil. Dat is voor Philpot zeer moeilijk en zwaar. Maar juist deze weg wordt door de Heere gezegend aan zijn hart. In 1827 wordt hij wedergeboren. Zelf zegt hij hier over: ‘Hier heb ik mijzelf als een verloren zondaar leren kennen.’ Door het lezen van de Bijbel en ook de liederen van Joseph Hart krijgt zijn leven een totaal andere wending.

Vijandschap

Als hij in 1827 weer terugkeert naar Oxford, is hij niet meer dezelfde man. Als lid van het Worcester college komt hij snel in conflict met anderen. Hij voelt de vijandschap tegen hem als het om geestelijke dingen gaat. Toch zegt hij zijn lidmaatschap niet zomaar op, want hij kan het vooruitzicht als hoogleraar maar moeilijk loslaten. Philpot wordt op 1 juni 1828 (hij is dan 26 jaar) plechtig geordend als Anglicaans predikant in de monumentale kerk Christ Church Cathedral te Oxford.

Desondanks het beroep dat hij aanneemt, blijft hij toch in Oxford wonen. Vanuit zijn kamers van het gebouw van het Worcester College, heeft hij een riant uitzicht op de grote tuin.

Eerste gemeente

Zijn eerste gemeente is in Stadhampton (de plaats waar John Owen is geboren). Hij heeft een druk leven in de gemeente, waar hij veel preekt. Verder bestaat zijn werk uit catechiseren, en biedt hij hulp aan de arme bevolking. Hoewel het een ongezonde plaats is, is hij daar later toch gaan wonen.

Philpots langdurige ziekte

In 1830 wordt Philpot opnieuw lange tijd ziek, dit keer voor een periode van 15 maanden. Toch wordt deze ziekteperiode gebruikt om hem dieper in te leiden in zijn zondige bestaan. Al de rijkdom van zijn godsdienst valt in puin en als een arme en nooddruftige smekeling komt hij aan de voeten van Christus terecht. Philpot krijgt steeds meer moeite met de staatskerk. Er is in deze kerk eigenlijk geen plaats voor de bevindelijke prediking.

De formulieren, het Book of Common Prayer, zijn hem een doorn in het oog. Toch zal hij niet zo maar zijn kerk verlaten. Hij wordt altijd boos als er schamper gedaan wordt over deze kerk.

William Tiptaft

Hij krijgt vriendschap met William Tiptaft, welke predikant is te Sutton Courtney. Tiptaft heeft zich al van de anglicaanse kerk afgescheiden. Hij laat in Abingdon een kapel bouwen, deze wordt geopend in 1832. Deze actie van Tiptaft is niet de enige. Er is in die tijd veel beweging in Engeland. In de periode van 1830 tot en met 1835 zijn er een veertig a vijftig predikanten, die de kerk van Engeland de rug toekeren.

Ook Charles Brenton, de plaatsvervanger van Philpot tijdens zijn ziekte, sluit zich bij Tiptaft aan, na een weigering van een begrafenis van een alom bekende dronkaard, waarbij hij verplicht was te zeggen, dat God zijn ziel tot Zich genomen had.

Moeilijkheid om de staatskerk te verlaten

Toch kan Philpot de stap van Tiptaft nog niet navolgen. Wel is hij het volledig eens met Tiptaft als het gaat om de bevinding. Hij schrijft Tiptaft in een brief: ‘Het kan niet goed zijn de bevinding te verachten, want alle kracht van de religie is daarin gelegen.

Ik geloof volkomen wat u vaak zei: waar geen bevinding is, daar is geen religie. Wat mij betreft, weet ik zeker, dat alleen de waarheden van de Heilige Schrift invloed hebben op mijn gemoed en leven, wanneer zij bevindelijk in het hart aanwezig zijn.’ Hoe moeilijk valt het hem echter, als een trouwe zoon van de kerk los te komen van zijn ambt. Bovendien staan bij een afscheiding zijn inkomen het lidmaatschap van het college op het spel.

Wachten op de wolkkolom

Maar hij zal de Heere volgen, wanneer de weg hem duidelijk zal zijn. Hij wacht op de wolkkolom. In de praktijk laat hij zijn hulpprediker vele liturgische diensten verrichten, zoals het lezen van de formulieren. Dan kan Philpot, zonder onrust in zijn eigen gemoed, bevindelijk preken. Helemaal gerust is hij echter niet.

Philpot en zijn contact met baptisten

Dan krijgt hij in die tijd contact met de gemeenten van de zogenaamde ‘Bijzondere Baptisten’ (hierover straks meer). Onder hen bevonden zich vele kinderen van God. Veel van de gemeenten waren ontstaan door de arbeid van William Gadsby, John Warburton en John Kershaw, alle drie waren zij linnenwevers uit het gebied van Lancashire. Al gauw volgt een ontmoeting met John Warburton. Deze Warburton is predikant te Trowbridge.

Hij is onder ons bekend door zijn boek Weldadigheden van een verbondsgod. Ook krijgt hij contact met Joseph Parry, een landbouwer te Allington. Het wordt een vriendschap voor het leven, als bij David en Jonathan. In 1833 hoorde hij Philpot voor het eerst preken. Philpot schrijft veel openhartige brieven, vooral ten aanzien van zijn verblijf in de staatskerk. Deze man is geestelijk veel tot steun geweest van Joseph Charles Philpot.

De plotselinge wending

Een geweldige strijd leeft in zijn hart. Hij durft niet uit eigen beweging, zonder leiding van God, uit de staatskerk te gaan. Maar dan komt de plotselinge wending. Hij bedenkt ineens dat hij eigenlijk verkeerd bezig is. Hij moet niet op een bijzondere stem wachten, of een aparte ervaring, maar de druk, de overtuiging, is het antwoord, dat hij uit de staatskerk moet.

JC Philpot en de uiteindelijke breuk met de staatskerk

Op 22 maart 1835 treedt Joseph Charles uit de staatskerk. Voor hemzelf betekent dit het einde van de strijd. Voor zijn gemeente komt het onverwacht. Maar zijn keuze ligt vast. In twee brieven geeft hij verantwoording van wat hij gedaan heeft. Hij acht de versmaadheid van Christus meer rijkdom, dan de schatten van Egypte.

In een tweede brief zegt hij zijn lidmaatschap van het Worcester College op. Hiervan verscheen in Nederland een vertaling door G. Velthuijsen onder de titel Mijn afscheid van de Engelsche Staatskerk. Zó wordt Philpot ‘der pelgrims metgezel’. Dat is de verklaring van de titel van het boek van Saarberg. Hij wordt metgezel van het eenvoudige pelgrimsvolk, dat de Heere ootmoedig vreest.

Zelfstandig

Zijn breuk is volkomen. Hij gaat een zelfstandige weg en wil niet meer herinnerd worden aan alles wat met de staatskerk te maken heeft. Hij kleed zich daarom ook niet meer in het zwart. Na enige tijd in Abingdon bij W Tiptaft verkeerd te hebben, gaat Philpot terug naar Stadham om orde op zaken te stellen. Hij doet al zijn boeken weg. De verkoop van zijn enorme bibliotheek neemt drie dagen in beslag.

Op 5 juni maakt hij een reis naar Allington, waar zijn vriend J. Parry woont. Daar neemt Philpot tijdelijk de taak van hulpprediker op zich. Hij is voor velen tot zegen: Carby Tuckwell en boer Wild ontvangen menigmaal een zegen onder zijn prediking.

De Baptisten

Dan sluit hij zich aan bij de gemeente van de Baptisten. het was op den duur onmogelijk om in Allington te blijven voorgaan, zonder door de volwassendoop met onderdompeling bij de gemeenten der Baptisten te zijn ingelijfd. Ook Allingtons gemeente behoorde daartoe. Het kerkelijk leven was weliswaar weinig georganiseerd en sterk independentistisch, hoewel Philpot als prediker zeer werd begeerd en bemind, een ‘ongedoopte’ predikant zou voor hen uiteindelijk onaanvaardbaar zijn.

Gedoopt

Philpot heeft zich dus laten ‘overdopen’, iets wat William Huntington nooit heeft gedaan. Op 13 september 1835 wordt hem de doop door onderdompeling bediend door de bekende John Warburton. Hij schrijft zelf van deze plechtigheid: ‘Ruim een week geleden had ik het voorrecht de dierbare Heere te volgen door het doopwater. Nooit tevoren had ik zo’n gevoelig besef van mijn onwaardigheid dan op die dag.

Het behaagde Hem mij er voor te behoeden dat ik ook maar de minste kou vatte, en mij meer vrijmoedigheid te geven om in Zijn watergraf af te dalen dan ik had durven verwachten met het oog op mijn lichamelijke en geestelijke beproevingen en oefeningen. De heer Warburton preekte en doopte mij op plechtige wijze, met zalving en toegenegenheid.’

JC Philpot en de doop

We weten dat Philpot de kinderdoop verworpen heeft. Hij schrijft letterlijk: ‘De Schrift veroordeelt die ceremonie en God toornt daarover…’ (Voorbericht 2e uitgave van Afscheiding van de Engelse Staatskerk verdedigd, pag.7). De kinderdoop was in de Engelse Staatskerk niet alleen een ceremonie geworden van een besprengen met het water en het uitspreken van de doopformule. ‘De predikant moet neerknielen en God ernstig danken, dat Hij dit kind heeft wedergeboren door Zijn heilige Geest’ (Voorbericht 2e uitgave van Afscheiding van de Engelse Staatskerk verdedigd, pag.6).

Het begrijpen van zijn standpunt

In het licht van deze dingen krijgen we meer begrip voor Philpots standpunt. Ook het doen van belijdenis was een ceremonie geworden waarbij zonder meer de jonge mensen als dienaren van God werden aangesproken met de vergeving van zonden.

De bisschop kwam om de confirmatie te doen en sprak daarbij de woorden: ‘Almachtig en eeuwig God, Wien het behaagd heeft deze Uw dienaar te wederbaren door het water en de Heilige Geest, en die Gij vergiffenis hebt geschonken van al zijn zonden…’. Terwijl Philpot van deze jonge mensen vertelt dat zij na een confirmatie allerlei zedeloze handelingen deden, zodat er niet veel te zien was, dat zij zich in de praktijk als dienaren van God gedroegen.

Philpots verdediging

In zijn verdediging van de afscheiding van de staatskerk tegen ene meneer Jerram zegt hij: ‘Wij beweren in onze afscheiding van de kerk van Engeland geleid te zijn door die gezegende Leraar, omdat wij ons gedrongen gevoelden door een goddelijke vreze en de werkingen van een geestelijk geweten, te handelen gelijk wij gehandeld hebben. Eens waren wij blind, maar nu zien wij. Wij hebben gebeden, gesmeekt, geweend en geschreid om Goddelijke leiding en bestuur. Wij hebben het zondige gevoeld van langer in zulk een stelsel te blijven.

De bijzondere baptisten

Hier moeten we even iets meer zeggen over de zogenaamde ‘Bijzondere Baptisten’. In de tweede druk van Der pelgrims metgezel vinden we een verhelderende inleiding door de uitgever. Hier wordt gezegd dat de heer Saarberg de naam ‘Particular Baptists’ vertaald heeft met ‘Bijzondere baptisten’. In de 17e eeuw waren er in Engeland twee soorten baptisten: de General Baptists (1626) en de Particular Baptists (1638).

De General Baptists leerden de algemene verzoening en hadden een arminiaanse visie op de mens. De anderen onderwezen de particuliere verzoening. Bij de Particular Baptists waren echter vanaf 1800 twee soorten gemeenten: in de eerste plaats de gemeenten die een ‘strict communion’ voorstonden.

Strict Baptist

Het woord strict heeft te maken met de toegang tot het avondmaal. Deze is begrensd tot gedoopte leden van de gemeente met een zelfde belijdenis en kerkorde. Dit zijn de gemeenten, waar Philpot bij behoorde. Verder had je gemeenten waar men een ‘open communion’ had, dat wil zeggen, dat meerderen dan alleen de eigen leden toegang hadden tot het avondmaal. In 1891 fuseerden de Particular Baptists met de General Baptists.

De Particular Baptists, die ‘strict’ waren, gingen niet mee en bleven bij de oude opvattingen. Deze Strict- en Particular Baptists-gemeenten zijn nu verspreid over de meeste provincies van Engeland. Zij bestaan uit zo’n 400 a 500 gemeenten met meer dan 350 predikanten.

Philpot gemeenten

Binnen deze groep bestaan de ‘Gospel Standard Strict and Particular Baptists’. Zij danken hun positie aan het vasthouden aan de leer van het eeuwige Zoonschap van Christus. Deze groep bestaat uit ongeveer 150 gemeenten, met ongeveer 50 predikanten. Een ledenbestand ontbreekt, maar men denkt dat het aantal leden op 4000 ligt. De gezaghebbende JC Philpot is de onbetwiste leider geworden van de gemeenten. Zo oordeelt ook Saarberg.

Tijdens zijn leven kwam dat uit door het gezag dat men toekende aan zijn oordeel. En hoewel ook de gemeentevergaderingen over bepaalde zaken mochten beslissen, was het oordeel van Philpot toch doorslaggevend. Iets waarmee Philpot zelf niet zo blij was. Hierom zijn deze gemeenten ook wel aangeduid met de naam ‘Philpot gemeenten’.

Familie Keal

In de zomer van 1836 bezoekt hij de heer en mevrouw Keal, die in de plaats Oakham woonde. Mevrouw Keal is een zuster van William Tiptaft. Daar heeft Philpot zijn eerste kennismaking met de dochter van de familie Keal, Sarah Louisa, die later zijn vrouw zou worden.

Stamford

Daarna brengt hij ook een bezoek aan Stamford, aan de kapel waar dr. De Merveilleux ‘deacon’ is. In oktober van 1837 vestigt hij zich in Oakham bij de familie Keal. In 1837 kwam het beroep van de gemeente van Stamford. Philpot was hier heel blij mee. Hij bracht een bezoek aan de heer J. Chamberlain te Leicester. Ook maakte hij kennis met Thomas Godwin. Philpot neemt dit beroep aan. Hij verhuist in 1838. Stamford en Oakham vormen samen zijn gemeente, maar hij zal zich in Stamford gaan vestigen.

Philpot trouwt

Op 24 juli trouwt hij met Sarah Louisa Keal te Oakham. In 1839 vestigen zij zich in een huis aan ‘Rutland Terrace’. Het huwelijk van Joseph Charles Philpot en Sarah Louis Keal werd gezegend met 4 kinderen: Sarah, Charles William, Deborah Maria en Joseph Henry.

De moeder van Philpot en zijn zusters verhuisden van de plaats Walmer naar Stoke Devondport. Daar komen zij onder de prediking van ds. G.B. Isbell. In 1839 komt Frances Mary tot bekering. Een belangrijke briefwisseling is er tussen haar en JC Philpot ontstaan. Het duurde tot 1840 voordat de eerste doopplechtigheid plaats vond.

Kerkorde

Door de ‘strict communion’ werd iemand eerst door het getuigenis van Gods werk in de ziel tot de doop toegelaten. Dan pas was iemand lid van de gemeente. Hier is pas sprake van een gemeente. Daarna werd hij tot het avondmaal toegelaten. Niet iedereen behoort bij de gemeente. Alleen door wedergeboorte en bekering kan men daarvan deel uitmaken. Daarna volgt de volwassendoop. Door deze doop wordt men pas echt lid van de gemeente.

De prediking van Philpot

We sluiten onze levensschets over Josepf Charles Philpot met enkele opmerkingen over zijn prediking. Het oordeel over de preken van JC Philpot is verschillend. Velen vinden hem saai of te moeilijk. Dat kan aan de vertaling liggen. De preken zijn ook niet eenvoudig, vanwege de Engelse volzinnen, die getuigen van zijn literaire begaafdheid. Hij zegt van zichzelf ‘…zelf een man van ontwikkeling zijnde en van nature verzot op letterkunde’.

Toch had hij de holheid, leegheid en schijn van de geleerde wereld in Oxford als geen ander leren kennen. Hij hield er rekening mee dat het overgrote deel van zijn hoorders tot de eenvoudigen en de minder ontwikkelden behoorden. Al was er wel verschil of hij in Londen voorging of op het platteland van Stamford.

Philpot was een begenadigd prediker

Hij schreef eens in een brief aan John Grace: ‘Ik merk dat er een groot verschil is tussen mijn prediking hier en in Londen. Niet dat er enig verschil is in de leer en de bevinding, maar de bevolking van het platteland verlangt een eenvoudig en een hun meer eigen manier van uitdrukken dan voor de Londense gemeente geschikt zou zijn…’. JC Philpot was een begenadigd prediker. Hij preekte nooit vanaf papier. Hij preekte altijd uit het hoofd. Voorbereidingen had hij bijna niet nodig.

Nederlandse kerk

Zijn preken werden in Holland gelezen, maar niet in de baptistische gemeenten. Doordat JC Philpot het leerstuk van de volwassendoop meer op de achtergrond plaatste, vonden zijn preken bij het volk dat de bevindelijke waarheid liefhad grote ingang. Hij had een briefwisseling met een aantal van hen in Nederland. Hij kon zelf Nederlands lezen en schrijven. Zijn oordeel over de Nederlandse kerk is positief. Hij had bijvoorbeeld goede gedachten over de hervormde predikant uit Oud Alblas, ds. A.P.A. du Cloux.

Veel van zijn preken zijn tot zegen geweest.

We mogen zeggen dat JC Philpot veel vrucht heeft gehad op zijn preken. Maar soms had hij het gevoel dat het preken helemaal niet ging. Maar toch kon de Heere ook dan zijn preken gebruiken. John Warburton had dezelfde ervaring.

Wat de uitwendige roeping betreft, deze heeft hij niet ontkend, maar zij stond meer op de achtergrond. Dat in tegenstelling tot de Schotten. De bediening van het genadeverbond achtte hij in het Nieuwe Testament beperkt tot de uitverkorenen. Toch kon hij de preken van de Erskines, van Boston en ook van Bunyan aanbevelen voor de leesdienst.

Kritiek op Philpot

In 1837 verschijnt de bekende preek: Erfgenamen des hemels wandelende in de duisternis en de erfenamen der hel wandelende in het licht, over Jesaja 50:10, 11. Deze werd in het Nederlands vertaald door de heer J. Nieuwland.

In de eerste uitgave werd er een voorwoord bijgevoegd van Philpot zelf. In deze preek onderstreept Philpot dat veel van Gods kinderen moeten klagen dat zij in de duisternis wandelen. Daartegenover staan de huichelachtige, die nooit klagen, want zij wandelen in het licht! Er kwam kritiek op deze preek, zelfs van W Gadsby. Maar ook van predikanten als ds. Jerram en de heer Dredge.

Philpot als schrijver

Philpot was niet alleen dominee, maar hij was ook schrijver. In 1835 wordt de Gospel Standard opgericht. Zakelijk gezien is dit het werk van John Gadsby, de zoon van William Gadsby, de man naar wie de zangbundel is genoemd. De eerste redacteuren waren JC Philpot en John McKenzie. Philpot heeft hier laten zien dat hij talent had in het schrijven. Hier zien we de man die een academische opleiding had gehad aan de grootste universiteit van Engeland, Oxford. Hij schreef talloze artikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Hij schreef kritisch.

Philpot op zijn best

Verder schreef JC Philpot in 1860 een verhandeling over de Zoonschap van Christus. Hij beschreef de loochening van het Zoonschap in de Anglicaanse kerk. In de Inleiding schreef hij dat het lezen van het boekje The Glory of Christ van John Owen hem tot zegen was geweest en dat middellijkerwijs Christus aan zijn ziel was geopenbaard. Zo is JC Philpot op zijn best, wanneer hij de Christus tekent in Zijn schoonheid.

Zwakheid en ziekte

Omdat hij een zwakke gezondheid had legt hij in 1864 zijn predikambt neer. Hij neemt afscheid van de gemeente in een speciale dienst. Dan verlaat hij Stamford en gaat naar het wat klimaat betreft veel betere Croydon. Hij heeft namelijk heel veel last van astma en pijn op de borst. Zijn leven is een aaneenschakeling geweest van zwakheid en ziekte.

Philpot en zijn sterven

JC Philpot laatste ziekbed en sterven is door Saarberg ook weergegeven. Op 9 december 1869 blaast hij de laatste adem uit. Hij spreekt: ‘Het is beter te sterven dan te leven. Machtig om te verlossen! Machtig om te verlossen! Ik sterf in het geloof, dat ik gepredikt en gevoeld heb. Het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle zonde. O, mocht ik nu heengaan en bij Christus zijn, want dat is zeer verre het beste!

Loof de Heere

Loof de Heere, mijn ziel en al wat binnen in mij is, Zijn heilige Naam.’ Nog eenmaal slaat hij de ogen op en kijkt ernstig rond. Als hij ze weer sluit, zegt hij: ‘Hoe schoon!’ Zijn vrouw Sarah Louisa vraagt: ‘Wat is schoon? ‘ Ze ontvangt geen rechtstreeks antwoord meer. Met wegstervende stem spreekt Joseph Charles nog eenmaal: ‘Loof de Heere, mijn ziel!’ Moge de gedachtenis van deze rechtvaardige tot zegen zijn!

Bekijk ook de website over JC Philpot en de Engelse Strict Baptists op: hetbraambos.nl

Zijn Biografie, Preken en Bijbels Dagboek

Translate

Welkom op deze website. Hier vindt u de Bijbelse dagboeken "Korenaren uit de volle oogst" "Door Baca's Vallei" en "365 Dagen Met Philpot" van J.C. Philpot.

J.C. Philpot

Philpot werd geboren in Ripple in het Engelse graafschap Kent, iets ten noorden van Dover. Hij studeerde in Londen en in Oxford en werd op 26-jarige leeftijd in Stadhampton bevestigd tot predikant van de Kerk van Engeland.

Na een lange 'worsteling' onttrok Philpot zich in 1835 aan de staatskerk. Hij schrijft daarover in één van zijn preken: Ik verlaat de Kerk van Engeland omdat ik in haar nauwelijks een merkteken van de ware kerk bespeuren kan. Hij sloot zich aan de baptistengemeenten, die later de Gospel Standard Strict Baptists zouden worden genoemd. Philpot was een van de eerste redacteuren van het kerkblad The Gospel Standard.

In 1838 werd Philpot predikant van de Strict Baptist-gemeenten Stamford en Oakham. Zijn laatste levensjaren bracht hij door in de Londense buitenwijk Croydon. Hij stierf eind 1869. Joseph Charles Philpot ligt begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Queens Road in Croydon.

DONEREN