En welke de uitnemende grootheid zijner kracht zij, aan ons die geloven, naar de werking der sterkte zijner macht, die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot zijn rechterhand in de hemel. Efeze 1:19, 20
Het is geen grote verborgenheid, dat de Zoon tot de troon der macht Gods moest worden verheven. Het is slechts één schrede van de schoot des Vaders tot zijn rechterhand. Maar dat iemand, die onze natuur deelachtig was, tot die zetel van grootheid en macht moest worden verheven; dat de Middelaar tussen God en de mens, de mens Christus Jezus moest zijn; dat de handen, die eens aan het kruis waren genageld, de schepter moesten voeren, en dat de voeten, die eens wandelden op het meer Genesareth; die vermoeid en met stof bedekt, rustten aan de fontein Jacobs; die gewassen werden door de tranen ener zondares en door bezoedelde lippen, als bewijs van berouwhebbend smartgevoel, werden gekust — dat die zelfde voeten nu alle dingen aan zich onderworpen moesten hebben beide in hemel en op aarde, daarinis de verborgenheid. En ook welk een voedsel voor het geloof! Het levende huisgezin Gods heeft behoefte aan een levende Zaligmaker; aan een, die onze gebeden kan horen en verhoren, die de ziel uit haar angsten kan redden; tot het hart een woord met macht kan spreken; als het gebogen is onder leed en smart; medelijden met hen kan hebben onder grote verzoeking, hen kan ondersteunen onder beproevingen en in donkere wegen; onder duizend ontmoedigingen met zijn leven in hun ziel hen kan schragen; de treurende weduwe onder verliezen kan helpen; een Vader van wezen kan zijn; bij herhaling in zijn voorzienigheid zich vertoont als een Vriend, die hen te allen tijde liefheeft en als een Broeder voor de tegenspoed geboren, in de dood hen tegenlacht en met zijn roede en staf hen troost, als zij gaan door de donkere vallei der doodsschaduw en hen eindelijk veilig doet landen in een gelukkige eeuwigheid
Hoopt op de Heer, gij vromen!
Is Israël in nood,
er zal verlossing komen:
zijn goedheid is zeer groot.
Hij maakt op hun gebeden
gans Israël eens vrij
van ongerechtigheden.
Zo doe Hij ook aan mij.
Ps. 130:4