Zoekt zachtmoedigheid. Zefanja 2:3
Hoe kunnen wij die genade der zachtmoedigheid zoeken? Door het tegengestelde te leren. Hoe dikwijls hebben wij vals vuur aangezien voor het vuur en het licht van Gods Geest en hebben wij meer gestreden voor onze eigen inzichten, in onze eigen geest, met vele stoute en ongepaste woorden, dan voor de ere Gods. Maar daarna leren wij inzien, dat twist en strijd, in onze eigen geest, in strijd zijn met de geest en de aard van het Evangelie, en zijn er toe gebracht, in te zien welk een zegenrijke genade de geest der zachtmoedigheid is. Ja, het gebrek hieraan; het opstijgen van ons geprikkeld gemoed; de toorn, de twist, de nijd en de afgunst, die zo vaak in ons heersen, overtuigen ons, hoe weinig wij nog kennen van „de zachtmoedigheid en lijdzaamheid van Christus.” Aldus gevoelen wij welk een zegen het is zachtmoedig en lijdzaam te zijn gemaakt, en hoe onmogelijk het is in gemeenschap te komen met het verbroken hart van de Heere Jezus, tot de ziel enigermate zachtmoedig gemaakt is door zijn Geest. Maar alleen door een reeks van beproevingen en kwelling leren wij, of wij zachtmoedig zijn of niet. De echtgenoot kan zeer zachtmoedig zijn, zolang zijn vrouw en kinderen alles doen om hem genoegen te geven; maar waar is zijn zachtmoedigheid, wanneer zij hem dwarsbomen en kwellen ? De meester kan zeer zachtmoedig zijn, zolang zijn dienstknecht gehoorzaam, voorkomend en oplettend is; maar hoe is hij in het tegenovergestelde geval? Dus doet de kennis der ziekte ons uitzien naar het geneesmiddel; en door de onaangename aandoeningen veroorzaakt door toorn en kwade luim, worden wij er toe gebracht het bezit te begeren dier zoete gevoelens, die de zachtmoedigheid des Evangelies in ons geweten voortbrengt.
’t Zachtmoedig volk zal eens de volle vrede
genieten, in de zoetste rust verblijd,
en erven d’ aard’. Hoe ook de booz’ en wrede
op d’ onschuld loer’, de tanden kners’ van spijt,
hoe listig hij op haar zijn aanslag smede,
de Heer belacht het wrokken van die nijd.
Ps. 37:6