De genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. Joh. 1:17
De weg om de waarheid te leren kennen, is veel in het gebed met de Heere Jezus Christus te verkeren. Als u op uw slaapplaats ligt, te midden van uw dagelijkse bezigheden, moet er van tijd tot tijd een opzien zijn naar de Heere Zelf, zittende op de troon zijner genade, en een vragen, dat Hij zelf u onderwijst, want Hij is de beste leermeester. De woorden, die Hij spreekt, zijn “Geest en leven.” Wij vergeten wat wij van mensen leren, maar nooit wat wij van Jezus geleerd hebben. Mensen mogen ons misleiden; Christus kan dat niet. U kunt een geestelijke nooit geheel vertrouwen. Hoewel u de waarheid van zijn lippen mag horen, is het altijd vermengd met menselijke zwakheid. Maar wat u van de lippen van Jezus verneemt, dat verneemt u in al zijn zuiverheid en kracht. Het komt warm van Hem; het komt koud van ons. Het druipt als de regen en vloeit als de dauw van zijn mond: van ons komt het slechts door de tweede hand. Als ik u de waarheid predik, predik ik inderdaad, zoals de Heere mij in staat stelt te spreken. Maar Hij moet met kracht tot uw ziel spreken, om u waarlijk van nut te zijn. Ziet dan van mij af; ziet over mij heen tot Hem, Die alleen ons beiden onderwijzen kan. Door op Jezus te zien met de oprechte gevoelens van uw ziel, zult u levende waarheid van uit zijn boezem in de uwe, van zijn hart in het uwe voelen overgaan, en zo zult u naar waarheid en bij ervaring de zegen van zijn eigen verklaring leren kennen: “Ik ben de Waarheid”.
Leer mij, o Heer, de weg door U bepaald,
dan zal ik die ten einde toe bewaren.
Geef mij verstand, met godd’lijk licht bestraald,
dan zal mijn oog op Uwe wetten staren;
dan houd ik die, hoe licht mijn ziel ook dwaalt,
dan zal zich ’t hart met mijne daden paren.
Ps. 119:17