Ik bad om dit kind, en de Heere heeft mij mijn bede gegeven, die ik van Hem gebeden heb. Daarom heb ik hem ook de Heere overgegeven als de dagen, die Hij wezen zal; hij is van de Heere gebeden. 1 Samuël 1:27-28
Het zijn niet de zwakke, gewone, wat ik zou willen noemen alledaagse gebeden, die de blijken van mededogen van de Heere opwekken, en een antwoord van barmhartigheid en vrede neer doen dalen. Maar het is wanneer de Geest voorspreekt in de ziel met onuitsprekelijke zuchtingen dat de ziel in de voetsporen treedt van Zijn grote Verbondshoofd, over Wie we lezen: ‘En in zware strijd zijnde, bad Hij te ernstiger’ (Luk. 2 2:44) .Als de ziel naar de Heere uitroept in het diepst van haar zielsverwarring, dan nijgt de Hoogste God Zijn oor omlaag en antwoordt. Was dit niet het geval bij Hanna? Zodra ze ‘haar ziel had uitgegoten voor het aangezicht des Heeren’ en ‘uit de veelheid van haar gedachten en haar verdriet tot Hem had gesproken’, of, hoewel Eli eerst haar zaak verkeerd opvatte, de Heere sprak een woord van Zijn lippen tot haar ziel, waardoor de tranen uit haar ogen verdwenen, en zij in vrede naar huis kon gaan. En toen bleek dat haar gebed was verhoord, en zij met het antwoord in haar armen, haar zoon, ‘Samuël’, wat betekent ‘verhoord door God’, aankwam, toen ze hem optilde voor de Heere als het antwoord op haar gebed, barstte ze uit in lofprijzingen. De Heilige Geest heeft haar triomflied vastgelegd om ons te troosten en te leren. Van dit danklied luidt een gedeelte: ‘Hij verheft de geringe uit het stof, en de nooddruftige verhoogt Hij uit de drek, om te doen zitten bij de vorsten, dat Hij hen de stoel der ere doe beërven; want de grondvesten des aardrijks zijn des Heeren, en Hij heeft de wereld daarop gezet’ (1 Sam. 2:8).
Lezen: 1 Samuël 1:17-28