Dit zal zijn naam zijn, waarmede men Hem zal noemen: de Heere onze Gerechtigheid. Jeremia 23:6
Welk een liefelijke voorstelling geven deze woorden van de Heere Jezus. Wij zien vaak op diens gerechtigheid als afgescheiden van Christus. Zal ik een beeld gebruiken? Wij zien naar het kleed als afgescheiden van de Maker en van Hem, die het draagt. Wij zien zoveel op de gerechtigheid, dat wij nauwelijks zien op Hem, die deze gerechtigheid heeft teweeggebracht. Nu moeten wij de Heere Jezus niet afscheiden van zijn gerechtigheid. Wij moeten niet slechts zien naar het kleed, dat toegewezen kleed, en Hem vergeten, die het maakte, het aandeed en het nu nog bezit. Maar wanneer wij kunnen zien, dat niet alleen de gehoorzaamheid van Christus, maar Christus zelf — al wat de Heere Jezus is en heeft, als Hoofd zijner gemeente, als de verrezen Middelaar, als de grote Hogepriester over het Huis Gods — wanneer wij kunnen zien, dat die Godmens, Immanuël, zijn volk geworden is tot gerechtigheid, hoe breidt zich dat gezicht dan uit. Dan zien wij niet slechts in het kleed zelf schoonheid, bevalligheid, heerlijkheid; wij zien verder — wij zien op Hem, die het gemaakt heeft. Wij zien naar het kleed als van Hem onderscheiden. Wij zien naar Hem, die het gemaakt heeft, wat het is —Jezus, die altijd leeft aan de rechterhand des Vaders, om ons ten Voorspraak te zijn. Dit is voor mijn ziel een heerlijk gezicht. Als ik nederzink in mijn zonde, schande en schuld en de Heere Jezus door God gemaakt is tot mijn gerechtigheid, wat behoef ik dan meer? Heeft God Hem als zodanig gemaakt? God heeft de Zoon zijner liefde gerechtigheid gemaakt voor mijn ziel, opdat ik zijn zoude in Hem zonder vlek en zonder rimpel! Wie kan dat veranderen? Niets of niemand kan een vinger uitsteken om één draad van dat kleed, één trek van het gelaat des Verlossers aan te raken. Zo Hij mij tot gerechtigheid gemaakt is, wat behoef ik dan meer?
Zijn naam is heilig en geducht,
de vijand beeft op zijn gerucht!
Maar ’s Heeren vrees zal altoos wezen
’t begin der wijsheid: wien Gods hand
die doet betrachten, heeft verstand.
Zijn naam blijft eeuwiglijk geprezen!
Ps. 111:6