Door J.C. Philpot
Religie als fundament van de samenleving
Religie, in welke vorm dan ook, is onmisbaar voor het voortbestaan van een beschaafde samenleving. Ruwe, rondtrekkende stammen, zoals de Australische aboriginals of de Noord-Amerikaanse indianen, kunnen bestaan zonder een openbare vorm van godsdienst of uiterlijke erkenning van een Opperwezen, al hebben zelfs deze mensen een vaag besef van “De Grote Geest”. Maar mensen die in een samenleving leven, kunnen niet zonder enige erkende vorm van religie — net zo min als ze kunnen bestaan zonder wetten, regering, eigendom of huwelijk.
De samenleving moet zowel van binnenuit als van buitenaf bijeengehouden worden. Wetten, regering, eigendomsrechten en het goddelijk door de Heere ingestelde huwelijk zijn als balken en klemmen die de buitenstructuur geven; religie werkt als de mortel die de samenleving van binnenuit verbindt. Wanneer de samenleving uiteenvalt, komt dat door atheïsme, dat van binnenuit alles ondermijnt, of door anarchie, die de orde van buitenaf neerhaalt.
Een historische waarschuwing
De eerste Franse Revolutie leverde hiervan een pijnlijk bewijs. Zij begon in atheïsme en eindigde in anarchie, totdat, na groots bloedvergieten, de tirannie ingreep om het land te beschermen tegen het geweld. Een van de eerste daden was het herstellen van de verering van een Opperwezen. Zo richt het socialisme — dat duivelse complot tegen God en de mens — zijn aanval op eigendom, huwelijk en religie, de drie basisprincipes van een beschaafde samenleving. Zonder deze zou het land verworden tot een plek van roof, geweld, wellust en godslastering.
Ware religie tegenover natuurlijke religie
Laat er geen misverstand ontstaan: wanneer hier in ruime zin over religie gesproken wordt, wordt niet bedoeld de ware religie als vrucht van de Geest. Er is zowel een natuurlijke religie als een geestelijke religie. Het natuurlijke geweten is de basis van de eerste; het geestelijke geweten vormt de basis van de tweede. De ene is van het vlees, de andere van de Geest; de ene dient voor nu, de andere voor de eeuwigheid; de ene is bedoeld voor de wereld, de andere voor de uitverkorenen. De ene richt zich op het verbinden van mensen als leden van de samenleving, de andere op het verbinden van de kinderen van God als leden van het mystieke lichaam van Christus.
Ware religie is wat de wereld niet wil—en ware religie wil de wereld ook niet. Ze zijn net zo gescheiden als Christus en Belial.
Waarom de wereld religie nodig heeft
Toch heeft de wereld religie nodig. Omdat zij de ware religie niet wil of kan hebben, moet zij kiezen voor de valse. Ware religie is geestelijk en ervaringsgericht, Hemels en Goddelijk; een gave van God, het geboorterecht van de uitverkorenen, het voorrecht van de erfgenamen van God en mede-erfgenamen met Christus. Maar dit bezit de wereld niet — zij is vijand van God, niet Zijn vriend, en bewandelt de brede weg die tot verderf leidt, niet de smalle die naar het eeuwige leven voert.
Een godsdienst zonder Christus is leeg
Een godsdienst zonder God is nietig; en nu Christus in de wereld is gekomen, en het christendom algemeen verspreid is, wordt religie zonder Christus een innerlijke tegenstrijdigheid. Omdat de Schrift wijd verspreid, vertaald en gelezen wordt, zal een nationale geloofsbelijdenis altijd in zekere mate moeten overeenkomen met wat daarin wordt geleerd; anders beseffen mensen meteen dat de gepraktiseerde religie niet overeenkomt met het geopenbaarde Woord van God.
Het ontstaan van uiterlijke religieuze systemen
Om zo’n algemene religie in stand te houden, is een georganiseerde orde nodig die haar leert en haar ceremonies uitvoert. Daarom ontstond een priesterlijke kaste: geestelijken die alles organiseren. Om verwarring te voorkomen, zijn er bestuurders nodig — bisschoppen, aartsbisschoppen, kerkelijke rechtbanken, aartsdiakens: er ontstond een heel kerkelijk bestuur. De erediensten vereisen gebouwen: kerken en kathedralen.
Omdat gebed essentieel is en vleselijke mensen zonder de Heilige Geest niet geestelijk kunnen bidden, zijn er voorbeden nodig: gebedenboeken en liturgieën. Voor gemeenschappelijke overtuiging zijn er geloofsbelijdenissen, artikelen en confessies. En om kinderen te onderwijzen, is er een geformuleerde leer nodig — vandaar de catechismus.
Een religieuze orde als ‘morele noodzaak’
Mensen vragen zich soms af waarom er kerken en geestelijken zijn, tienden en gebedenboeken, universiteiten en catechismus, en het hele systeem van een gevestigde orde — van de koningin, het hoofd, tot de koster, de staart. Ze beseffen niet dat al deze dingen voortkomen uit een soort morele noodzaak, geworteld in de menselijke aard; dat deze brede en vertakte boom van nationale religie zijn diepe wortels heeft in het natuurlijke geweten; en dat al deze takken vanzelf en noodzakelijk groeien uit de stam waarop ze rusten
Korte samenvatting
J.C. Philpot betoogt dat religie onmisbaar is voor elke beschaafde samenleving. Omdat de mens de ware, geestelijke religie afwijst, grijpt hij naar een uiterlijke, georganiseerde vorm die voortkomt uit morele noodzaak en het natuurlijke geweten.
Conclusie
Philpot maakt een scherp onderscheid tussen uiterlijke, natuurlijke religie en ware, geestelijke religie. Hoewel maatschappelijke religie noodzakelijk lijkt voor orde en structuur, is zij slechts een schaduw van de ware godsdienst die alleen het werk van de Heere is in het hart van Zijn uitverkorenen.
Plaat reactie