En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen. Handelingen 1:9
Denkt u eens een ogenblik na over de kracht van dit getuigenis. Zouden deze elf mannen misleid zijn geweest of zich hebben vergist in hetgeen waarvan zij aldus persoonlijk getuigen waren? De meesten van hen zwoeren later bij hun leven dat het waar was wat ze toen zagen.Toen ze dus zagen dat Degene met wie ze zo zoet hadden gesproken voor hun ogen werd opgenomen, en ze Zijn hemelvaart gadesloegen tot een wolk Hem wegnam van hun ogen, zouden ze stelliger getuigenis van de vervulling van Zijn eigen woorden kunnen hebben krijgen, dan: ‘Ik ben van de Vader uitgegaan, en ben in de wereld gekomen; wederom verlaat Ik de wereld, en ga heen tot de Vader’? (Joh. 16:28). En ook: ‘Ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God.’ (Joh. 20:17). Maar om niet de geringste twijfel in hun geest te laten bestaan, om hun hart er zo doeltreffend mogelijk mee te bezegelen en om hen te verzekeren van Zijn terugkomst, behaagde het de Heere om aan hun eigen ooggetuigenverslag een hemelse getuigenis toe te voegen: ‘En alzo zij hun ogen naar de hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in witte kleding; welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren’ (Hand. 1:10,11).
Lezen: Handelingen 1:1-14