Alzo zegt de Heere, uw Verlosser, de Heilige Israëls; Ik ben de Heere, uw God, Die u leert, wat nut is. Die u leidt op de weg die gij gaan moet. Jesaja 48:17
‘Die u leert, wat nut is.’ Het is goed voor een kind van God om zijn religie te vergelijken met dit kenmerk, zoals gegeven in Gods Woord. Bijvoorbeeld: Als u een boek leest, een godsdienstig boek, leg het dan op deze weegschaal en weeg het door middel van deze test: Doet het mijn ziel goed? Is het van nut? Welke gezegende gevoelens wekt het in mijn hart op? Raak ik door het te lezen ervan overtuigd dat mijn religie oppervlakkig is, en dat ik nog diepere dingen moet leren dan ik al weet? Verwondt het mij? Laat het me zien in welke gevallen ik de weg ben kwijtgeraakt? Laat het me meer van het uitzonderlijke kwaad van de zonde zien dan ik ooit heb gezien? Merk ik dat als ik het wegleg, ik in een ernstige, nederige en geestelijke stemming verkeer? Dan kan ik zeggen dat dit boek mij van nut is, en dat ik er beter door word. Maar als het boek daarentegen mijn hart slechts verstokt, mijn geest verduistert, zodat ik lichtvaardig over de zonde en de kwaden van mijn natuur kan denken, makkelijker kan toegeven aan een mij omringende verzoeking, losjes kan wandelen, niet zo goed oplet dat ik niet verstrikt raakt, en versterkt en aangemoedigd word in vleselijkheid door het boek dat ik heb gelezen, o, laat het me wegleggen. Dit is niet van God geleerd! En waarom weet ik dat het niet van God is geleerd? Omdat het mijn ziel niet van nut is.
Lezen: Prediker 12