Komt, hoort toe, o allen gij, die God vreest, en ik zal vertellen, wat Hij aan mijn ziel gedaan heeft. Psalm 66:16
Bestaat er zoiets als ‘christelijke ervaring’? Elke van God geleerde ziel zal onmiddellijk antwoorden: ‘Ja, die bestaat, en ik hoop dat ik hem heb ondervonden.’ Maar is die ervaring erg belangrijk? ‘Ja,’ zal dezelfde godgeleerde ziel antwoorden, ‘van oneindig groot belang; want hemel of hel hangen af van het wel of niet bezitten ervan.’ Maar, als dit het geval is, hoe komt het dan dat sommigen haar ontkennen en anderen haar belachelijk maken? Hieraan liggen met name twee oorzaken ten gronde: onwetendheid aan de ene kant, en de vijandschap van het menselijk hart aan de andere kant. Men zal van nature datgene ontkennen waarvan men niets afweet. En het menselijke hart zit zo vol wanhopige, onverzoenlijke vijandschap tegenover God, dat het altijd zal vechten tegen alles wat Zijn beeltenis draagt. We hoeven ons er dus niet over te verwonderen dat ervaring – het werk van God aan de ziel — in al zijn verschillende vormen door sommigen wordt ontkend, en door anderen belachelijk wordt gemaakt en wordt veracht.
Maar wat een zegen is het, niet alleen soms iets van een ware christelijke ervaring in ons hart te ervaren, maar deze ook zo duidelijk en gezegend in het Woord Gods beschreven te vinden! Dit zijn twee getuigen: de getuige vanbinnen en de getuige in het Woord der Waarheid. ‘In de mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan’ (2 Kor. 13:1). Het is dus een zegen, een onuitsprekelijke zegen voor de Kerk van God dat elk gevoel dat door de gezegende Geest in het hart van de levende Kerk wordt opgewekt, in Gods boek kan worden teruggevonden. En het is in twee opzichten een zegen. Het is in de eerste plaats een zegen omdat we soms, als we ons verzetten tegen die waarheden, naar het Woord Gods kunnen wijzen en zeggen: ‘Het staat hier – kunt u ontkennen wat God Zelf heeft beweerd?’ En het is in de tweede plaats een zegen, als we ons afvragen of onze eigen ervaring wel echt en oprecht is, dat zij overeenstemt met het Woord Gods, en dat we zo bewijs hebben dat zij in ons hart is teweeggebracht door dezelfde Geest van God Die haar in het Woord der Waarheid heeft geopenbaard.
Lezen: Psalm 66