Zonder ophouden gedenkende het werk uws geloofs en de arbeid der liefde, en de verdraagzaamheid der hoop op onze Heere Jezus Christus, voor onze God en Vader. 1 Thessalonicensen 1:3
Lucht en beweging onderhouden de gezondheid van het lichaam. Om de genadegaven van de Geest gezond te houden, moeten zij vaak worden geoefend en beademd. Zij moeten worden beademd door de zuivere adem van de hemel en geoefend door de werking van de Heilige Geest, Die hen aanzet tot werkzaamheid en inspanning. En zoals een mens in de natuur gezondheid en kracht krijgt door zijn ledematen te gebruiken en zijn spieren te bewegen, zo krijgen ook op geestelijk gebied de genadegaven van de Geest kracht door toepassing en oefening. Door te volharden in het geloof, door veel te verdragen in de hoop en door te gaan ondanks alle moeilijkheden, wordt de liefde sterker, vaster, actiever, gezonder en krachtiger. Het is een schijngeloof om de hele dag te slapen in de leunstoel van de luiaard. Het is een hoop van de huichelaar als hij niets verdraagt omwille van Christus. Het is slechts liefde van de lippen en de tong, het is een naamloze liefde als zij geen werk verricht voor haar geliefde. Overweeg deze dingen in het licht van uw eigen ervaring. Onderzoek of u in uw hart niet alleen geloof kunt vinden, maar ook zijn werken. Niet alleen hoop, maar ook geduld. Niet alleen liefde, maar ook arbeid. De apostel sprak zonder ophouden om het werk van het geloof, de arbeid van de liefde en de verdraagzaamheid van de hoop te gedenken. Zijn oog was niet alleen gericht op de genadegaven van de gelovige, maar ook op de beoefening ervan. En toen hij hun geloof ijverig zag werken, hun hoop geduldig zag verdragen en hun liefde onvermoeibaar zag werken tot eer van God en het welzijn van Zijn volk, was hij ervan overtuigd dat de genadegaven van de Geest door Goddelijke kracht in hen waren gewerkt.
Leer mij, o God van zaligheden,
mijn leven in Uw dienst besteden.
Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand!
Uw goede Geest bestier’ mijn schreden
en leid’ mij in een effen land.
Ps. 143:10