De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest. Filemon :25
Het is de wederbarende adem van de Heere Jezus Christus, die de ziel levend maakt voor Hem. Dit blijkt uit zijn eigen taal: „De geest is het, die levend maakt; het vlees in niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en leven” (Joh. 6 : 63). Dan is „de genade van onze Heere Jezus Christus met onze geest”. Want gij moet opmerken, dat de genade van onze Heere Jezus Christus niet met ons vleselijk gemoed is: dit blijft altijd hetzelfde: een lichaam der zonde en des doods; vlees, bedorven vlees, „waarin niets goeds woont”, en daarom ook niet de genade van onze Heere Jezus Christus. Zijn genade is met onze geest, die „nieuwe mens”, van welke wij lezen dat hij „naar God (dat is: naar het beeld van God) geschapen is, in gerechtigheid en ware heiligheid”. Dat wordt genoemd onze „geest”; zoals de Heere zelf het heilgeheim voor Nicodemus ontvouwde: „Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest.” Dit is geen kleine, gezochte onderscheiding, maar een zeer belangrijke waarheid; want zo wij het onderscheid niet zien tussen de twee naturen: de geest en het vlees, de wet in de leden en de wet des geestes, zullen wij altijd dwalen door naar heiligheid te zoeken in het vlees. De genade van onze Heere Jezus Christus dus met onze geest zijnde, blaast van tijd tot tijd over die geest, beweegt en werkt in en op hem; want er is, als ik het zo noemen mag, een vereniging der genade of des Geestes tussen beide. Dus kunnen wij evenmin leven buiten de genade des Heeren Jezus Christus, als de aarde leven kan zonder de zon. Zij moet schijnen, of wij hebben geen licht; zij moet leven wekken, of wij hebben geen warmte, en zij moet vruchtbaar maken, of wij brengen geen vrucht voort. Vandaar dat er steeds een uitgang der ziel tot de Heere Jezus Christus moet zijn en zijn genade met onze geest moet wezen.
Maar Gij, Heer, Gij zijt lankmoedig,
zeer barmhartig, overvloedig
in gena, die ons behoedt,
groot van waarheid, eind’loos goed!
Wend U tot mijn ziel genadig,
sterk uw knecht en geef weldadig
ondersteuning aan de zoon
uwer dienstmaagd, van de troon.
Ps. 86:8