Uitgewist hebbende het handschrift dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende. Kolossensen 2:14
Als we bij het kruis staan van onze gezegende Heere en ‘Het is volbracht!’ horen uit de mond van Degene Die niet kan liegen, kunnen we, indien we zijn gezegend met het levende geloof, zien dat de wet volledig is vervuld, de vloek ervan volkomen is doorstaan, de zonde voor eeuwig is opgeruimd, de gerechtigheid van God ruimschoots is vervuld, al Zijn volmaaktheden schitterend in harmonie zijn gebracht, Zijn heilige wil volmaakt is gehoorzaamd, de loutering volkomen is verwezenlijkt, de verlossing barmhartig tot stand is gebracht en de Kerk voor eeuwig is behouden. Hier zien we de zonde in zijn donkerste kleuren, en heiligheid in haar volmaakte schoonheid. Hier zien we de liefde Gods in haar tederste vorm, en de toorn Gods in zijn hevigste uitdrukking. Hier zien we de heilige mensheid van de gezegende Verlosser als het ware opgeheven tussen hemel en aarde, om aan engelen en mensen het schouwspel van de verlossende liefde te tonen en op hetzelfde ogenblik door dezelfde daad van de lijdende gehoorzaamheid en het bloedoffer van de Zoon van God, het eeuwige en onveranderlijke ongenoegen van de Almachtige tegen de zonde en de strenge eisen van Zijn onbuigzame rechtvaardigheid, en tegelijk het tedere mededogen en de grenzeloze liefde van Zijn hart voor de uitverkorenen van de genade te openbaren. Hier, en alleen hier, worden vergeving en vrede verkregen; hier, en alleen hier, stromen boetvaardig verdriet en godzalige smart uit hart en ogen; hier, en alleen hier, wordt de zonde beteugeld en gedood, heiligheid overgebracht, de dood overwonnen, de duivel op de vlucht gejaagd, en beginnen het geluk en de hemel te ontstaan in de ziel. O, wat een hemelse zegeningen, wat een genade, en wat een toekomstige heerlijkheid stromen door de mensheid van de Zoon van God! Wat een heilige ontmoetingsplaats voor berouwvolle zondaren en een God die zonden vergeeft! Wat een heilzame plek voor schuldige, maar berouwvolle en terugkerende afvalligen; wat een deur van hoop in het dal van Achor voor degenen die zichzelf veroordelen en mishagen; wat een veilige plaats voor zoekende zielen, en wat een gezegend toevluchtsoord voor al Gods kinderen in dit tranendal!
Lezen: Efeze 2:1-16