Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja ook de wederhorigen, om bij U te wonen. Psalm 68:19
Bij Gods kinderen, degenen die echt door Gods Geest zijn onderwezen, is het geweten week gemaakt. Zij kennen de gevangenis waar de zonde hen in gevangen houdt, en de moeilijkheden die zij veroorzaakt. Het is ons lot, als we kinderen Gods zijn, beproevingen en moeilijkheden te krijgen; en sommigen krijgen genoeg beproevingen om hen te doen zuchten en steunen, soms wel de ganse dag. Geen van deze beproevingen brengen ons echter tot zo’n dienstbaarheid, of drukken zo zwaar op onze geest, als de pijnlijke gevoelens die in het geweten teweeg worden gebracht door de dagelijkse werkingen van de zonde in het zinnelijke hart. Gesteund door de Heere kunnen we bezoekingen verdragen; maar ons verderfelijke hart berooft, in zijn opstandigheid, vuil en ontrouw, het geweten van vrede, omdat het tegen de Vader strijdt en de Geest bedroeft, en aldus een Drie-enige Heere Zijn gezicht doet verbergen en Zijn ongenoegen laat blijken. Maar de Heere heeft de gevangenis gevangen genomen. De zonde zal ons niet verdoemen als we deel hebben aan de Zoon van God. Hij ‘heeft de overtreding gesloten’. O, dat het geloof Hem hierin zou kunnen volgen! ‘Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest’ (Rom. 8:1). ‘Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade’ (Rom. 6:14) .Wat een roemrijk pad dat het geloof naar haar opgevaren Heere opklimt! Als het geloof wordt beoefend en levend is, is de opstanding en hemelvaart van Jezus geen dorre leerstelling, niet slechts een bot in het skelet, maar wordt, door de ervaring, een heilig feest voor de ziel, vol merg en vet. Als we toch door het geloof de Heere des levens en der heerlijkheid ten hemel konden zien opvaren als de opgestane Middelaar, als de grote Hogepriester over het huis Gods, die de gevangenis gevangen neemt — dat Hij de wet die vervloekt en verdoemt, de dood die ons met zo veel angst heeft vervuld en de zonde die ons zo vaak heeft doen zuchten en steunen, als Zijn overwonnen gevangenen meesleept – als we toch door het geloof de opgevaren Middelaar konden zien, en Hem die vijanden van onze ziel gevangen zien nemen, zou de hemelvaart geen dorre leerstelling zijn, maar zou zij in ons hart vallen als een regenbui, en op de verdorde ziel als dauw en regen neerkomen.
Lezen: Psalm 47