Hij heeft mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles wel geordineerd en bewaard is. 2 Samuel 23:5
Wat een zaligheid als wij deel hebben aan het bloed van het Verbond, en zo een getuigenis bezitten dat God voor ons een Verbond heeft gesloten met Zijn geliefde Zoon. Dat onze namen zijn geschreven in het boek des levens, en dat Christus onze Middelaar is aan de rechterhand van de Vader! Wat zijn alle aardse zegeningen vergeleken met dit alles? Wat is gezondheid, kracht en rijkdom en alle goederen van het leven in vergelijk met dit te bezitten? Welk ander verlangen kan het vleselijke hart verzadigen? Wat is de aarde met al haar verleidingen, vergeleken met het deel hebben aan het kostbare bloed van een stervende Jezus? Dat is wat u, onbekeerden, zult ervaren wanneer u op het bed van doodsangst en verdriet ligt. Wanneer de koude zweetdruppels op uw voorhoofd staan en de laatste vijand klaar staat om u in zijn greep te nemen. Wat kan uw rusteloze verlangen om iets te hebben en iets meer te zijn dan u bent of heeft op dat moment voor u doen? Wat zullen kunnen uw erfgenamen voor u doen? Zij zullen als grimmige schimmen uit het verleden uw geweten verschrikken en doen beven bij de aanblik van hetgeen u hebt willen bereiken. U zult erachter komen dat u iets wat beter en sterker is hebt verwaarloosd. Maar als iemand in dat plechtige uur een getuigenis van vergeving en vrede van God in handen heeft, dan maakt die zekerheid het sterfbed zacht. Zij kalmeert alle angstige gevoelens en voert u veilig door het donkere dal van de schaduwen des doods.
Elk die Hem vreest, hoe klein hij zij of groot,
wordt van dat heil, die weldaan, deelgenoot.
Hij zal ze groter maken,
en z’u, zowel als ’t kroost dat gij bemint,
dat nevens u zich aan Gods wet verbindt,
in dubb’le maat doen smaken.
Psalm 115:7