De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn Geest en zijn leven. Johannes 6:63
Door het Woord wordt de ziel eerst gereinigd. Door het Woord wordt de ziel wedergeboren tot het eeuwige leven. Het is ook door het Woord, toegepast op de ziel, dat de gezegende Geest van tijd tot tijd de gemeenschap met de Heere Jezus Christus levend houdt. Is het niet zo in levende ervaring? Een woord uit de Schrift valt in de ziel; een belofte dringt warm in het hart, en als het komt, baant zij zich een eigen weg. Het komt in de ziel, het verbreekt de aandoeningen, het doet de ziel smelten, en brengt een levend geloof voort, dat uitmondt in het centrum van het “gans begeerlijke”. Er zijn veel tijden en gelegenheden waarin het Woord van God voor ons een dode letter is. We zien noch voelen er enige liefelijkheid in. Maar door genade zijn er ook andere tijden, waarin het Woord van God heerlijk en kostbaar voor ons is. Dan kunnen wij met de profeet van weleer zeggen: “Als uw woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en uw woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns harten” (Jer. 15:16). Zo was het ook met David. Hij zegt, dat zij “begeerlijker zijn dan goud, ja dan veel fijn goud; zoeter dan honig en honigzeem!” (Psalm 19:11). Wanneer dit gevoeld wordt, is het een zeker gevolg, dat de ziel in gemeenschap wordt gebracht met de Heere Jezus, Die het ware Woord van God is, en gebruik maakt van het geschreven Woord, om ons tot Zich te trekken.
Uw woord is mij een lamp, die voor mijn voet
mijn pad verlicht, om ’t donker op te klaren.
Ik zwoer, en zal dit met een blij gemoed
bevestigen in al mijn levensjaren,
dat ik Uw wet, die heilig is en goed,
door Uw gena bestendig zal bewaren.
Ps. 119:53