Men zal van Mij zeggen: Gewisselijk, in de Heere zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen. Jesaja45:24
Er is een zaad, een uitverkoren zaad, genaamd het zaad van Israël, van wie God heeft gezegd dat ze gerechtvaardigd zullen worden, vrijgesproken van alle wettelijke aanklachten, en voor het aangezicht van God worden gesteld zonder vlek of rimpel, of iets van dien aard. God heeft gezegd: ‘In de Heere [alleen] zullen … zich beroemen, het ganse zaad van Israël’ (Jes. 45:25). Als ze zich beroemen, zich verheugen, bidden of spreken, zal het in Hem zijn; alles wat ze hebben of zijn, komt voort uit en is gericht op Hem. Ze komen door middel van gebed, smeekbede, felle uitroepen, heftige verlangens en vurige pleidooien, en ze komen tot Hem om het verlangen van hun ziel te vervullen dat Hij hen liefheeft, hen zegent en tot hun hart spreekt. Zulke mensen maakt Hij het mogelijk te zeggen: in de Heere heb ik, arme ik, verloren ik, schuldige ik, rechtvaardigheid en sterkte. Ook zijn er personen die heel anders zijn: er zijn er die geen schoonheid in Jezus zien, zodat ze naar Hem verlangen. Ze voelen geen behoefte aan Hem, zien Zijn geschiktheid niet in, worden nooit aangezet door Zijn liefde, aanschouwen nooit Zijn eer, ondervinden nooit Zijn gunst en genieten nooit van Zijn aanwezigheid. Integendeel: hun hart is vervuld van helse vijandschap tegen Hem en allen die de Zijnen zijn. Over dezen lezen we zonder uitzondering dat ze beschaamd zullen zijn. Voor zover we, door de sterke hand van de Geest in onze ziel, ertoe zijn gebracht naar Jezus te kijken en tot Hem te komen en soms te ervaren hoe dierbaar Hij ons is, in zo verre hebben we de Geest van Christus, zijn Gods gedachten onze gedachten en Zijn wegen onze wegen. Dan, als we in Gods mal zijn gegoten, is wat God zegt aangenaam voor ons, en wat wij doen is aangenaam voor God, er is een verbinding en omgang tussen God en de gelovige ziel die ertoe is gebracht naar Jezus te kijken, te ervaren hoe dierbaar Hij is, zich in Hem te beroemen, en in Hem alleen.