En [gij] zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. Johannes 8:32
‘Wat is waarheid?’ Toen Pilatus die vraag stelde (Joh. 18:38) aan Hem Die de waarheid Zelf was, verwees hij naar de voorafgaande woorden van de Heere: ‘Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.’ De woorden van de Heere Zelf verschaffen derhalve de enige sleutel tot de vraag en geven een aanwijzing tot het juiste antwoord. Met ‘waarheid’ bedoelde de Heere ongetwijfeld goddelijke waarheid, hemelse waarheid, godsdienstige waarheid – niet natuurlijke, wetenschappelijke of zelfs morele waarheid, ofschoon de laatste erbij zal zijn inbegrepen, maar de speciale waarheid waarvoor Hij uit de hemel was gekomen om haar te leren, onthullen en illustreren met Zijn leven, dood en opstanding. Vraagt u zich nu af wat in deze betekenis waarheid is. Kunt u het in gedachten omschrijven? Hebt u ooit nagedacht over wat waarheid is ? Hebt u een duidelijke voorstelling, die u in een paar woorden kunt uitdrukken, van haar speciale aard, haar onderscheidende kenmerken of haar wezenlijke karakter? Wellicht niet; want slechts weinig mensen denken echt na of onderzoeken zelf onderwerpen, zelfs in deze belangrijke aangelegenheden. Laat mij het dan voor u omschrijven. Naar mijn mening is waarheid, dat wil zeggen goddelijke waarheid, een barmhartige onthulling door God Zelf gegeven van Zijn wezen, van Zijn geest en van Zijn wil. Dit is de kortst en duidelijkst mogelijke definitie die ik kan geven. Maar waar heeft het God behaagd haar te geven? Want Hij heeft haar gegeven opdat wij haar kennen, geloven en ervan genieten. Hij heeft haar in drie heilige bewaarplaatsen gegeven. Hij heeft haar in de eerste plaats in de Persoon van Zijn geliefde Zoon gegeven, Die de waarheid Zelf is (Joh. 14:6). In de tweede plaats heeft Hij haar op de bladzijden van Zijn heilige Woord gegeven, dat ‘het geschrift der waarheid’ (Dan. 10: 21) wordt genoemd. En, ten derde, heeft Hij haar in de harten van Zijn gelovige volk gegeven, die Hij heiligt in Zijn waarheid (v. 17). Dit zijn dus de drie bewaarplaatsen van de goddelijke waarheid, zodat behalve uit de Zoon van God, uit de Heilige Schrift, en uit de harten van Gods volk, geen goddelijke waarheid gekend, geloofd of genoten kan worden.
Lezen: Johannes 8:12-32