Leid mij in Uw waarheid en leer mij. Psalm 25:5
Welke beweegredenen doen ons gewoonlijk de waarheid, zoals zij in Jezus is, omhelzen? Allereerst meest omdat wij haar als een leerstelsel aannemen; daar het oordeel meer of minder onderricht is en de ogen en het verstand verlicht zijn geworden om het Woord te verstaan. De leerstelling moge voor enige tijd in onze gedachten zweven, doch daarna, als de Heere ons meer leidt in de kennis van ons eigen hart, en een dieper gevoel van onze noden schenkt, dan laat Hij de waarheid van ons hoofd neerdalen in ons hart en dan wordt ze waarheid. Het is zeer zoet het leerstellige als waarheid te mogen bevinden. Maar na enige tijd behoeven wij meer dan de waarheid; wij hebben behoefte aan een zegen. Wanneer wij in drukkende omstandigheden en zware beproevende wegen gebracht worden, dan hebben wij nodig, dat het leerstellige, dat wij eerst in ons hart als waarheid aannamen, nu door Goddelijke toepassing aan onze ziel gezegend wordt. Dus hetgeen wij eerst in ons verstand als leerstellig kenden, wordt naderhand als waarheid in onze consciëntie aangenomen en dan in ons hart als een zegen gekend. En zo vinden wij Gods Woord en eten het op, tot blijdschap en verheuging onzes harten. Zo is het ten opzichte van Christus’ hemelvaart. Eerst ontvangen wij deze als een leerstelling, als een groot en heerlijk deel van het plan der zaligheid; dan beginnen wij te zien, als wij meer en meer in de kennis daarvan worden ingeleid, wat wondervolle waarheid het is, een Middelaar te hebben aan de rechterhand Gods; een Voorspraak te hebben, pleitende door de kracht van Zijn verzoenend bloed en rechtvaardigende gerechtigheid, voor arme, nooddruftige, schuldige zielen. Dit haalt het geloof, de hoop en de liefde van het hart uit tot deze verhoogde en tussentredende Middelaar. En wanneer dan de Geest des Heeren de kracht en werkzaamheid van deze heerlijke Middelaar in de schuldige consciëntie openbaart, dan wordt de waarheid een rijke, zalvende en zoete zegen. Wij zijn ver van de bevinding af, als wij de leerstellingen der genade verstoten, want deze alleen leiden de ziel in een levendige bevinding; en wij mogen evenzeer geloven ons leven te redden door de beenderen uit ons lichaam te trekken, dan dat wij een zegen voor onze ziel zouden ontvangen door deze leerstellingen te loochenen. Ja wij gevoelen dagelijks een diepe behoefte aan de leerstellingen, wanneer zij in ons hart door Goddelijke kracht worden ingedrukt. Wij gevoelen ze meer als stut en steun onzer ziel, dan wanneer mijn arm in een opgeheven stand gestut en ondersteund wordt door de beenderen, die God er in geschapen heeft.