En wij weten dat degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede. Romeinen 8:28
Wat betekent het uit God te zijn geboren? We lezen over degenen die volgelingen van de Heere Jezus Christus waren dat zij ‘niet uit den bloede, noch uit de wil des vieses, noch uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn’ (Joh. 1:13). Een hemelse geboorte wordt hier tegenover de geboorte van het vlees gesteld; de ene wordt verworpen, de andere wordt gesteld. Uit God te zijn geboren betekent tot geestelijk leven te worden gewekt door de Heilige Geest; van de dood naar het leven te zijn overgegaan; geloof, hoop en liefde in ons hart te hebben gekregen door de werking van God de Heilige Geest; nieuwe schepselen te zijn geworden in Christus; het Koninkrijk der hemelen te hebben verkregen en de kracht van God in onze ziel te ervaren. Als iemand kan merken dat hij uit God is geboren; dat er een grote omkering in zijn ziel heeft plaatsgevonden; dat hij een nieuw schepsel in Christus is; dat oude dingen verdwenen zijn en alles nieuw wordt: als hij de getuigenis van God in zijn geweten heeft dat deze goddelijke verandering zich in hem heeft voltrokken, en dat Gods liefde in zijn hart is uitgestort door de Heilige Geest – dan heeft hij bewijs dat hij iemand is die God liefheeft, en daarmee recht heeft op de belofte die in ons verschiet ligt.
Ons tweede kenteken van degene die God liefheeft is dat hij God kent. Dit kunnen we niet van nature, want er ligt een sluier van ongeloof over ons hart. We worden in duisternis en de schaduw van de dood geboren. Maar als het God belieft in onze zielen te stralen en ons ‘verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus’ (2 Kor. 4:6) te geven; de sluier van ongeloof weg te nemen en ons die kennis van Hemzelf te geven als de enige ware God, en van Jezus Christus die Hij heeft gezonden – wat het eeuwige leven is – dan kennen we God; we weten Wie Hij is en we vrezen Zijn grote Naam.
Lezen: 1 Johannes 4:7-21