Waakt en bidt. Markus 13:33
Men kan niet in het geloof blijven dan door waken en bidden. Naarmate het gebed in de boezem verslapt, naar die mate verslapt ook de kracht des geloofs. Gij kunt, door gebeden en smekingen na te laten, zover komen, dat elk zaadje van geloof in uw hart schijnt verloren, en zelfs zover kunt gij komen, dat gij denkt nooit iets te hebben gekend van een werk van God aan uw ziel, en uzelf te hebben misleid, dat er enige genade aan uw ziel geschied was. Ook door waakzaamheid wordt de liefde Gods bestendigd. Zo ge niet waakt tegen de zonde in u; tegen de strikken, die aan uw voet worden gespannen; tegen de verzoekingen, die zich elke dag, elk uur op uw weg voordoen; tegen de kracht en de listen van uw onvermoeide vijand, zijt gij zeker te vallen; en zo gij valt, brengt gij schuld en slavernij, duisternis en ellende in uw ziel, en snijdt gij voor een tijd alle liefelijke gemeenschap met God af. Daarom moet gij bidden en waken; want zonder waakzaamheid heeft het gebed geen kracht. En zo wij de Schriften verwaarlozen, of ze lezen zonder aandacht, zonder geloof, zullen zij ons weinig nut doen. Zij moeten met een gelovig oog en hart gelezen, als de openbaring Gods ontvangen worden en met het geloof gemengd zijn, of het doet ons geen nut (Hebr. 4:2). Het leven Gods is een diepe, geheime en heilige zaak in onze ziel. Het is waar, God zal het bestendigen; Hij zal het werk Zijner handen niet laten varen; maar tenzij wij lezen en bidden, waken en bepeinzen, strijd voeren tegen de zonde, die ons omringt, en het aangezicht des Heeren voortdurend zoeken, zullen wij de kracht en de macht des geloofs merkbaar zien verminderen; en is dit het geval, dan kan er geen wandelen zijn met God.
De Heer betoont zijn welbehagen
Aan hen, die need’rig naar Hem vragen,
Hem vrezen, zijne hulp verbeiden
en door zijn hand zich laten leiden.
Ps. 147 : 6