Wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? Handelingen 16:30
Ziet u eens naar de juwelen aan elke kant die de genade in de kroon van de Verlosser heeft gezet van de meest verdorven en ellendige materialen! Wie waren bijvoorbeeld die Efeziërs aan wie Paulus die prachtige brief heeft geschreven? De meest dwaze en bedwelmde afgodsdienaren, zo verzot op hun afgodsbeeld dat van Jupiter was neergevallen — hoogstwaarschijnlijk een meteoriet die uit de hemel was gevallen — dat ze twee uur lang tot vermoeiends toe uitriepen: ‘ Groot is de Diana der Efezeren! ’ (Hand. 19:3 4); mannen verworden door elke begeerte, rijp voor elke denkbare misdaad. Hoe rijk, hoe wonderbaarlijk is de genade die de aanbidders van Diana veranderde in aanbidders van de Heere, onmenselijke schreeuwers in zangers, ‘zingende en psalmende de Heere in hun hart’ (v. 19), en tovenaars, vol’ijdele kunsten’ en satanische hekserij, in heiligen gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten! Welnu, kan dezelfde genade die zoveel voor hen heeft gedaan, soortgelijke dingen voor ons doen? Is de aard van de mens nu minder verachtelijk, of is de genade van Christus nu minder vol en onbeperkt? Heeft de tijd de mens uit de diepten van de zondeval opgeheven, de zonde met wortel en tak uit zijn gesteldheid getrokken, de melaatsheid van zijn natuur gereinigd, en haar tot heiligheid gezuiverd? Haal het dunne laken van fatsoenlijk gedrag en beschaving van het lijk en zie het in heel zijn doodsbleke akeligheid liggen. De menselijke natuur is nog steeds wat zij altijd is geweest — dood door de misdaden en de zonden. Of heeft de tijd, die zovele dingen op aarde verandert, de dingen in de hemel veranderd? Is God niet dezelfde barmhartige Vader, Jezus dezelfde medelijdende Verlosser, de Heilige Geest dezelfde hemelse Leraar? Wordt het evangelie niet gevormd door dezelfde blijde boodschappen van verlossing, en is de kracht van het evangelie niet dezelfde voor een ieder die gelooft? Waarom zouden wij dan niet worden gezegend met dezelfde geestelijke zegeningen als de heiligen van Efeze? Waarom kan dezelfde Jezus voor ons zijn wat Hij voor hen was – dezelfde Geest voor ons en in ons doen wat Hij voor en in hen heeft gedaan—en dezelfde genade ons verlossen en heiligen die hen heeft verlost en geheiligd? Hierin, en alleen hierin, ligt onze sterkte, onze hulp, onze hoop, ons alles.