Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen om de Heere te kennen. Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen, en als de vroege regen des lands. Hosea 6:3
Vervolg, vervolg om de Heere te kennen. Wees nooit tevreden eer u de cheque hebt verzilverd, en als u het geld hebt, vraag dan om meer, en roep altijd uit: ‘Meer geloof, meer hoop, meer liefde, meer kracht, Heere, meer krachtige godsvrucht, meer geestelijkheid, meer overeenkomst met Uw beeld, meer kennis van Uw wil en verlangen hem te doen, meer ongeschiktheid voor de wereld, meer geschiktheid voor de hemel.’ Blijf altijd voortgaan, en u zult ontdekken dat hoe meer u van de Heere weet, de dierbaarheid van Zijn wil des te meer in uw ziel gevoeld zal worden. Weliswaar zult u daarbij ook veel beproevingen, bezoekingen en tegenslagen kennen, want het is middels veel rampspoed dat we het koninkrijk zullen binnengaan, en leed en zegen, beproeving en verlossing gaan altijd hand in hand. De apostel bad zelfs dat hij ‘de gemeenschap van Christus’ lijden’ mocht kennen (vgl. Fil. 3:10); waarbij hij die wetenschap een grotere zegen achtte dan de kennis van de kracht van Zijn opstanding. Maar overdenkt u nogmaals de woorden: ‘Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om de Heere te kennen’, en pas ze op uw eigen situatie toe. Ik heb reeds gezegd dat er een ‘indien’ is. Dit ‘indien’ staat als het ware als een engel aan het begin van de weg, om degenen tegen te houden die niet vervolgen om de Heere te kennen, en degenen toe te laten die dit wel doen. Welnu, indien u vervolgt, heeft u een getuigenis, niet alleen dat de Heere Zij n vrees in uw hart heeft geplant, maar u een barmhartige belofte heeft gedaan om u op het rechte pad te houden. Blijft u dus stevig doorgaan op de weg waarop Hij uw voetstappen heeft neergezet. Luister niet naar dwalende mensen. Behandel hen zoals de Kerk te Efeze, tegen wie de Heere getuigt: ‘Ik weet … dat gij de kwaden niet kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden’ (Op. 2:2). Lees geen verkeerde boeken, die tegenwoordig zo overvloedig verschijnen. Houdt u sterk aan de waarheid, uw geweten, het evangelie dat is gepredikt; aan de dingen die God u heeft getoond, en waarvan u de smaak en de kracht hebt opgemerkt. Laat dit altijd uw zielswens zijn: de Heere te kennen in de zoete onthullingen van Zijn Persoon en werk, Zijn bloed en liefde, en Hij zal u alles onthullen wat ten goede van u en tot Zijn eer zal zijn.
Lezen: Handelingen 14:8-22