De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en de armen wordt het Evangelie verkondigd. En zalig is hij, die aan Mij niet zal geërgerd worden. Mattheüs 11:5,6
Toen de Heere des levens en der heerlijkheid op aarde kwam, kwam Hij als een arm man. God was vastbesloten de menselijke grootheidswaan te bezoedelen; daarom zendt Hij Zijn eniggeboren Zoon naar de wereld, om in een stal te worden geboren en in een kribbe als wieg te worden gelegd; om de zoon van arme ouders te zijn, en met Zijn handen Zijn dagelijkse kost te verdienen. Daarom zei men: ‘Is Deze niet de Zoon des timmermans?’ (Matth. 13:55).‘Hoe weet Deze de Schriften, daar Hij ze niet geleerd heeft?’ (Joh. 7:15). De afstamming van Jezus, hoewel deze van David zelf was, werd door de nederige omstandigheden waarin Hij werd geboren onduidelijk. Toen Hij ter wereld kwam, waren arme mensen zijn gezelschap. Hij koos arme vissers als discipelen, en Hij ging overwegend met armen om. Het was daarom geen wonder dat tot deze arme mensen zo vanzelfsprekend het evangelie werd verkondigd. En aangezien het zo lijnrecht tegenover elk toen bekend gebruik stond, was het, als bewijs voor Zijn hemelse opdracht, van dezelfde orde als Zijn opwekking van de doden, het ziende maken van de blinden, horende maken van de doven, het doen wandelen van de lammen en het reinigen van de melaatsen (Matth. 11:5). Maar er is nog een diepere betekenis; er is een geestelijke uitleg met betrekking tot de woorden. De ‘armen’, geestelijk bezien, zijn de ‘armen van geest’, de ontroostbaren, de boetvaardigen, de vernederden, de verwarden, de naakten en de beproefden, die niets zijn en niets in zichzelf hebben dat geestelijk goed is. Welnu, dezen wordt het evangelie verkondigd. Juist door hun armoede kan het evangelie worden ontvangen, en wordt het evangelie hun dierbaar. Zoals de blinden het gezichtsvermogen nodig hadden, en ziende werden—zoals de lammen en kreupelen de kracht om te lopen nodig hadden, en de kracht om te lopen ontvingen – zoals de melaatsen gereinigd moesten worden, en gereinigd werden — zoals de doven het gehoor nodig hadden, en konden horen — zoals de doden opgewekt moesten worden, en werden opgewekt: zo maakte de geestelijke armoede van de armen van geest hen gereed voor het evangelie, en konden zij daardoor het evangelie ontvangen.
Lezen: 2 Korinthe 8:1-14