Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! Want Ik ben God en niemand meer. Jesaja 45:22
Als we uit pijnlijke ervaring weten wat het is om aan ‘de einden der aarde’ te zijn, zegt de Heere niet: ‘Genees uzelf, maak uzelf beter’. Hij geeft ons geen lange lijst met taken die we moeten uitvoeren, of met voorschriften die we moeten naleven, en als we het ene hebben gedaan en het andere uitgevoerd, en het getal en gewicht der tichelstenen volledig heeft geleverd (Ex. 5:18), zal Hij Zich naar ons toewenden. Maar de Heere spreekt tot ons in onze droevige toestand: ‘Hier, arme, schuldige, armzalige afvalligen; u die niets dan zonden en schuld hebt; u die niet uzelf kunt zegenen, redden of troosten; wendt U naar Mij toe.’ Hij zegt niet: ‘Doe dit, en dan zal Ik verschijnen; help uzelf een beetje, en dan kom Ik tot u om u te helpen’, maar Hij zegt tegen ons, terwijl we in ons vuil, onze schuld en schaamte zitten: ‘Wendt U naar Mij toe’, en terwijl Hij spreekt geeft Hij de kracht. En zodra we zien, worden we gered door die blik, gezegend door die blik, genezen door die blik. Zodat het enige wat we hoeven te doen is ons naar Hem toe te wenden terwijl Hij spreekt. Het is beslist waar dat Hij Zelf de kracht geeft om het te doen, want ‘zonder Hem kunnen wij niets doen’. Zijn roemrijke Persoon, verzoenend bloed, rechtvaardigende rechtvaardigheid, en stervende liefde aanschouwen met het oog van het geloof, zal ons meer goed doen en zal meer echte vrede in ons hart brengen dan we elders in duizend jaar kunnen krijgen. Welnu, deze verborgenheden te kennen door middel van goddelijk onderwijs, is te weten wat wezenlijke godvruchtigheid is. Iets hiervan te weten, is iets te weten van wat ware vroomheid is; en iets hiervan te weten, maakt iemand uiterlijk en innerlijk heiliger dan alle goede werken of vrome voornemens ter wereld.
Lezen: Psalm 22:24-32