Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid, maar die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid. 1 Johannes 2:15-17
De apostel Johannes ontvouwt vollediger en duidelijker wat in de wereld is, om ons nog een reden te geven om hem niet lief te hebben, en hij vat hetgeen in de wereld is samen onder de volgende drie veelzeggende en scherpe koppen: ‘de begeerlijkheid des vleses, de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens.’ Welnu, al deze begeerlijkheden worden veroordeeld als zijnde niet van de Vader, maar van de wereld. God is niet hier; Zijn Woord is niet hier; Zijn wil is niet hier; Zijn wijsheid is niet hier; Zijn liefde, goedheid, aanwezigheid, macht zijn geen van alle hier. Het is allemaal de mens, de valse, gevallen, bedrogen en bedriegende mens; het is allemaal het voortbrengsel van stelregels, bezigheden, behagen en goedkeuring van een wereld die in de duivel is; van een wereld onder de afschuwelijke vloek en openlijke veroordeling van de Almachtige. Aan welke kant wilt u zich dan scharen? Een liefhebber van de wereld of een geliefde van God? Wat bent u? ‘Welnu’, zeggen sommigen van u wellicht, ‘Ik weet het niet.’ U zult het niet weten zolang u aarzelt tussen twee meningen; zolang u door uw leven en uw gedrag hand in hand met de wereld wandelt. Maar als het leven van God en godsvreze zich in uw gemoed bevinden, moet u zich wel erg ellendig voelen in deze toestand van twijfel en onzekerheid. U moet wel vele bittere gedachten hebben op uw bed; moet wel vaak het hoofd laten hangen voor God, en ook voor Zijn kinderen, en donkerte moet zich wel over uw gezicht verspreiden, als stilte en afzondering u tijd om te denken en voelen geven. Als godsvreze en het leven van God zich in uw ziel bevinden, kunt u niet met liefde de wereld najagen terwijl God het niet opmerkt in uw geweten, en u nooit Zijn afkeuring in uw hart voelt. Maar u zegt wellicht: ‘Ik zou graag vrijer van deze ellendige liefde voor de wereld zijn, maar ik kan mezelf niet bevrijden.’ Nee, noch zult u ooit bevrijd worden tot u plat neervalt voor God, en naar Hem uitroept om u ervan te bevrijden. Maar als Hij uw gebed verhoort, en u zegent met iets van Zijn liefde, zou u merken dat als dit met goddelijke kracht in uw ziel kwam, in een ogenblik tot stand zou worden gebracht wat u zelf nog niet in honderd jaar zou kunnen. U zou gezuiverd worden van die ellendige liefde voor de wereld die nu zowel uw verzoeking als uw last is, door u een beter voorwerp van liefde te geven; want uw liefde zou erdoor aan dingen boven worden gehecht, waar Jezus aan de rechterhand van God zit.
Lezen: Psalm 73