En dit woord: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der beweeglijke dingen, als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet beweeglijk zijn. Daarom. alzo wij een onbeweeglijk koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vasthouden, door dewelke wij welbehaaglijk Gode mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid. Hebreeën 12:27,28
Gods kinderen zijn erfgenamen van God, en mede-erfgenamen met Christus. Maar ofschoon ze erfgenaam zijn, worden ze vaak buiten het koninkrijk gehouden door hun ongelovige vrees. Ze kunnen zich niet verheffen tot de waardigheid en het voorrecht koningen en priesters voor God te zijn. Maar een boodschap van de Heere dringt in hun hart door. De Heere Jezus wordt op een of andere wijze onthuld en geopenbaard. Hij wordt in de ziel aangenomen als de Christus Gods. Door Hem te ontvangen, ontvangt men het koninkrijk. Kijk eens naar de verloren zoon. Hij keerde barrevoets en in lompen gehuld naar zijn vaderlijk huis terug. Wat deed zijn vader? Wendde hij het gezicht af omdat hij terecht verbolgen was over zijn verachtelijke gedrag? Nee: hij viel hem om de hals en kuste hem, en zei tegen de dienaren: ‘Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten’ (Luk. 15:22). Maar wat was de verloren zoon in deze hele situatie passief! Het enige dat hij deed was wat hem werd gegeven in ontvangst nemen. Zijn schouders ontvingen het gewaad; zijn vinger ontving de ring; zijn voeten ontvingen de schoenen; en toen het vetgemeste kalf klaargemaakt was, ontving zijn mond het vlees. Zo ontvangt een kind van God het koninkrijk dat niet kan worden bewogen. Maar hoe? Door het geloof. Geloof omarmt wat God openbaart, grijpt vast wat God toepast, en ontvangt wat God geeft.
Lezen:Lukas 15:11-32