In Uw licht zien wij het licht. Psalm 36:10
Dat licht de werkzaamheden van de gezegende Geest aan de ziel vergezelt, blijkt zowel uit de Heilige Schrift als uit ervaring: ‘De opening Uwer woorden geeft licht’ (Ps. 119:130). Daarom werd Paulus naar de heidenen gestuurd om hen te bekeren van de duisternis tot het licht (Hand. 26:18). Dezelfde apostel zegt tot de gelovigen van Efeze: ‘Gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in de Heere’ (Ef. 5:8). Hoe zouden we anders het koninkrijk Gods kunnen zien, wat naar verluidt gebeurt, als we opnieuw worden geboren? (Joh. 3:3); of hoe zouden anders aan de ziel eeuwige of goddelijke zaken kunnen worden geopenbaard, zoals de apostel zegt? ‘Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht’ (Ef. 5:13). Lezen we niet tevens: ‘Want bij U is de fontein des levens’ ? Dit is de bron van alle goddelijke leven. Maar er wordt aan toegevoegd: ‘In Uw licht zien wij het licht’ (v. 9).
Dus gaan het licht en het leven altijd samen, en zijn beslist de noodzakelijke en onveranderlijke gevolgen van de tot nieuw leven wekkende genade in de vaten der barmhartigheid (Rom. 9:23). Door het licht zien we; door het leven ervaren we. De verlichtende stralen van de Geest doen Gods Woord oplichten, dat nu ‘een lamp voor de voet, en een licht voor het pad’ wordt (Ps. 119:105). En wat dat licht openbaart, gelooft het hart, want de kracht van God waarmee het aanwenden van het Woord gepaard gaat, wekt het vertrouwen op in de ziel om Gods getuigenis te geloven. Als het Woord dan tot ‘geest en leven’ voor de ziel is gemaakt (Joh. 6:63), worden de plechtige dingen, die de gezegende Geest ermee tot geloof openbaart, vaste feiten, die haar diepste innerlijke wezen aangrijpen en in bezit nemen.
Lezen: Psalm 36