Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Hebreeën 7:25
Hoe heerlijk is het om in het hart de belofte en voorproef van het eeuwige leven te dragen, en te beseffen dat het de genadegift van God is (Rom .6:23); opgeslagen in Christus, die Zelfde waarachtige God, en het eeuwige Leven’ is (1 Joh. 5:20), geopenbaard en aan het licht gebracht in de Persoon Jezus; (1 Joh. 1:2) en stevig vastgelegd door verbondseed en eeuwige belofte (Ps. 21:3-5; 89:35-38;Tit. 1:2; 1 Joh. 2:25).
Uit deze altijd stromende en overvloedige fontein van het eeuwige leven komen alle andere geestelijke zegeningen voort, zoals verzoening met God door het bloed van het Lam; vrije en volle rechtvaardiging door Zijn gerechtigheid; verlossing van alle veroordeling, in verleden, heden en toekomst; en, als gevolg van deze heerlijke barmhartigheden, kenbare vergeving van zonden; een zuiver geweten; verbondenheid met de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus; openbaringen van Zijn aanwezigheid, kracht, aanbiddelijkheid, heerlijkheid en schoonheid; korte blikken op Zijn stervende liefde; geestelijke voorrechten; hemelse verlangens; heilige verlangens naar overeenstemming met Zijn beeld, naar genade en sterkte om Zijn voorbeeld te volgen en in Zijn voetsporen te treden, naar kracht om datgene te doen dat Hem behaagt, en te leven om door Hem te worden geprezen — kortom, alle zoete en heilige omgang met de gezegende Heere die het leven en de kracht, het geheel en het wezen van alle levende godsvrucht is, en zonder welke alle godsdienst slechts een zinloze vorm, een naam en een denkbeeld is. Het is op deze wijze dat men de werkelijkheid van de aanwezigheid van de Heere Jezus Christus aan de rechterhand van de Vader zelf leert kennen. Men ziet Hem, voelt Hem en gelooft in Hem als de Weg, de Waarheid en het Leven, want Hij wordt bewandeld als de Toegangsweg tot God, gezocht als de Waarheid, die als men die kent, vrijmaakt; en trouw gebleven als aan het Leven zelf, aan Degene van Wie het werd ontvangen, en doorWie het altijd in stand wordt gehouden.
Lezen: Psalm 68:19-36