Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot U niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot Uzenden. Johannes 16:7
De gave van de Trooster was afhankelijk van de opstanding, hemelvaart en verhoging van Jezus. ‘Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden’ (Joh. 16:7). Dus wordt gezegd dat Hij de Trooster zal zenden, (Joh. 15:26), hetgeen Hij alleen doet ingevolge Zijn verheffing en verheerlijking aan de rechterhand van God, zoals de heilige Johannes zegt: ‘En dit zeide Hij van de Geest, Den welken ontvangen zouden, die in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog niet, overmits Jezus nog niet verheerlijk: was ’ (Joh. 7:39). Niemand kan de zegening van deze gave, de gave van de Trooster, begrijpen of beschrijven. Hoe doeltreffend Zijn leringen! Hoe goddelijk Zijn werkzaamheden: Hoe hemels Zijn invloeden! Hoe heilig Zijn zalvingen! Hoe zoet Zijn vertroostingen, en toch, hoe diep Zijn overtuigingen! Hoe oprecht Zijn uitroepen! Hoe vurig Zijn inblazingen! Hoe onuitsprekelijk Zijn gekerm! Wat zouden we kunnen weten, voelen, zijn, hebben of doen; wat zouden we kunnen denken of zeggen; wat zouden we kunnen geloven, hopen of liefhebben; betreuren, gadeslaan of vragen; voorleggen of ondergaan; verkondigen, horen of schrijven; hoe zouden we kunnen leven; en bovenal, en als laatste, hot zouden we kunnen sterven, zonder deze heilige en gezegende Trooster?
Maar als Jezus niet was verhoogd als Sions Koning, zou deze uitstorting van de gaven en genaden van de gezegende Geest niet kunnen plaatsvinden. Het is omdat God’ Hem macht gegeven heeft over alle vlees, opdat al wat God Hem gegeven heeft, Hij hun het eeuwige leven geve.’ Dit eeuwige leven’ is geestelijk leven, want de zegen ervan is, dat degenen aan wie Hij het schenkt ‘U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt’ (Joh. 17:2,3).
Lezen: Johannes 16:5-22