En wij weten dat degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede. Romeinen 8:28
Het wezen van de belofte is: dat degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk degenen, dienaar Zijn voornemen geroepen zijn.’ (Rom. 8:28). Elk woord zit vol gezegende betekenis: wat een verheven zicht krijgen we op de wijsheid, voorzienigheid en macht van God! Hier zijn Gods kinderen, omringd door talloze onbegrijpelijke omstandigheden, op weg over de verschillende levenspaden — qua positie, leeftijd, geslacht, omstandigheden, allen sterk verschillend. Hier is de wereld vol verdorvenheid die hen omgeeft—een sluwe tegenstander die eer altijd op uit is om hen te bedriegen en kwellen – een hart boordevol zonde, slechts voor overlopen behoed door de grote kracht van God! Kijk eens naar al onze uiteenlopende omstandigheden, en als we dan geloven dat als we God liefhebben, alles wat we meemaken meewerkt voor ons geestelijke welzijn, wat een zicht geeft dit ons dan op de wijsheid, genade en macht van een wonderdadige God! ‘Alles! ’ Zie toch eens! Alles wat uw lichaam en ziel aangaat; alles in de voorzienigheid, alles in de genade; alles wat u hebt doorgemaakt, alles wat u doormaakt, alles wat u zult doormaken.
Laat elk van u die God liefheeft en Zij n naam vreest, alles wat u toebehoort, nemen en in het licht van deze tekst leggen. Er is geen enkel ding in de voorzienigheid en de genade dat een ieder aangaat die God liefheeft, dat de belofte niet kan omvatten. Alles! alles! ’Wat! Is er dan helemaal niets, hoe nietig ook, hoe betrekkelijk onbelangrijk ook, dat mij niet ten goede komt als ik God liefheb? Nee, helemaal niets. En toch, als we de verscheidenheid van dingen beschouwen die invloed op ons hebben – te geloven dat ze allemaal meewerken ten goede van ons, wat moeten we de geweldige wijsheid en macht en het bestuur van God dan bewonderen.
Lezen: Mattheus 6:24-34