En al uw kinderen zullen van de Heere geleerd zijn. Jesaja 54:13
Het van God geleerd worden, kan alleen gekend en verwezenlijkt worden door hen, die een einde hebben gezien aan alle menselijke volmaaktheid, en die geheel en al met bewustheid ontdaan zijn van alle vleselijke wijsheid. En Gods onderwijzing verlaat een mens niet daar waar zij hem vond: dood, geesteloos, wereldsgezind, ongevoelig en vleselijk. Is hij in nood, zij laat hem niet in nood; gevoelt hij zich schuldig, zij laat hem niet schuldig; is hij in duisternis, zij laat hem niet in duisternis, maar zij heft hem op uit dat kwaad. Zo wordt Gods volk voortdurend geleid, om tot Hem te komen, om geleerd te worden, omdat zij gevoelen, dat zij zonder zijn onderwijzing niets kunnen weten zoals zij behoorden te weten. Ja, hoe meer zij hebben, des te meer willen zij hebben; want nauwelijks is het licht weggenomen, of de duisternis wordt des te tastbaarder gevoeld. Zo enig woord der Schrift voor hen is geopend, willen zij de andere woorden geopend zien op dezelfde wijze; indien zij enige vertroosting hebben, en deze wordt van hen genomen, hebben zij er opnieuw behoefte aan. Zodat hoe wijzer en geestelijker Gods volk wordt, des te dwazer en vieselijker zij in hun eigen ogen schijnen; hoe sterker zij zijn in de Heere en in de sterkte van zijn macht, des te meer gevoelen zij de zwakheid van hun vlees; en hoe dichter zij bij de Heere wandelen, des te meer ontdekken zij de ellendige afdwalingen van hun laag en zondig hart.
’k Sla d’ogen naar ’t gebergte heen,
vanwaar ik dag en nacht
des Hoogsten bijstand wacht.
Mijn hulp is van de Heer alleen,
die hemel, zee en aarde
eerst schiep en sinds bewaarde.
Ps. 121:1