Genees mij, Heere! zo zal ik genezen worden; behoud mij, zo zal ik behouden worden, want Gij zijt mijn lof. Jeremia 17:14
Als we voor het eerst voelen wat een arme, blinde en onwetende schepselen we zijn, nemen we vaak onze toevlucht tot menselijke geneesmiddelen. We denken wellicht dat studeren onze blindheid kan genezen, dat als we een aantal degelijke boeken verzamelen, veel in de Bijbel lezen en naar de beste predikers luisteren, we die ziekte kunnen genezen. Maar helaas, we komen er al spoedig achter dat we van al deze middelen alleen maar blinder en duisterder en onwetender worden dan eerst. Als we merken hoe blind we zijn, hoe weinig we weten, dat er een sluier van onwetendheid over ons hart ligt, zuchten en roepen en smeken en bidden we en richten we ons tot de Heere om onze blinde ogen te openen, om licht en kennis en waarheid in ons hart te brengen. Dit is in feite een deel van wat onze tekst zegt: ‘Genees mij, Heere! zo zal ik genezen worden.’ En als het de Heere belieft onze ogen te openen, en ons iets van Zijn eigen schoonheid, gezegendheid en heerlijkheid te tonen; als de gezegende Geest onze ogen zalft met hemelse ogenzalf om iets te kunnen zien van de heerlijke Persoon Christus, de rijkdommen van Zijn genade, de kracht van Zijn bloed, en de zoetheid en geschiktheid van alle personen en taken van Zijn verbond — als Hij zo een hoeveelheid goddelijk licht, leven en kracht in onze ziel legt, verhoort Hij dat gebed, en geneest Hij onze blindheid.
Lezen: Jeremia 17:1-18