Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen alle last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is. Hebreeën 12:1
Hoe zeer hinderde het ongeloof Abraham toen hij over zijn vrouw loog; Sara toen ze Hagar in diskrediet bracht; Izak toen hij heimelijk Ezau de voorkeur boven Jakob gaf; Rebekka toen ze door bedrog de zegening verwierf; Job en Jeremia toen ze de dag van hun geboorte vervloekten; David toen hij het volk telde; Jona toen hij naar Tarsis vluchtte; en Petrus toen hij zijn Heere en Meester loochende. En ik zou een beroep willen doen op de ervaring van elke heilige Gods die de loopbaan loopt, of hij niet vindt dat ongeloof de zonde is die hem het meest belemmert. Hij moet hem dus afleggen, anders kan hij niet lopen om te winnen. Maar hoe, vraagt u zich wellicht af, legt hij hem af? Kan hij dat zonder bijzondere hulp? Nee, beslist niet. Te zeggen dat hij dat zou kunnen, betekent dat aan het schepsel kracht wordt verleend; betekent dat de genadekroon van het hoofd van de Verlosser wordt genomen en op het hoofd van de mens wordt gezet. Dezelfde genade die aanvankelijk zijn ogen opende om de loopbaan te zien die hem is voorgesteld, die zijn voeten op het rechte pad plaatste; dezelfde genade in gezegende oefening stelt hem door een geloofsdaad in staat ‘de zonde af te leggen die ons zo lichtelijk omringt’. Maar er is een verschil tussen de hemelse loopbaan en de aardse. In de aardse loopbaan voelt men de last als die eenmaal is opgegeven, niet meer. Het gewaad dat is afgelegd, wordt niet meer opgepakt. Maar dat is niet zo in de hemelse loopbaan. De lasten, of tenminste vele ervan, of nieuwe komen ervoor in de plaats; en als de zonde die ons zo makkelijk omringt wordt afgelegd, pakt ons hart hem op, want ongeloof is diep geworteld in onze aard, en duikt voortdurend diep vanuit onze vleselijke geest weer op. Als we derhalve op een dag elk gewicht kunnen afleggen alsmede de zonde die ons zo makkelijk omringt, zijn de volgende dag de lasten even zwaar als altijd, en omringt het ongeloof ons krachtiger en heftiger dan ooit. Toch moeten we lopen, en dat zullen we ook, geholpen door de genade Gods; en elke stap die we zetten wordt alleen bereikt door de lasten af te leggen en de zonde die ons zo lichtelijk omringt.
Lezen: 1 Korinthe 9:14-27