Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof, tot de zaligheid. 1 Petrus 1:5
Zij, die in de kracht Gods door het geloof bewaard worden, zijn dikwijls ontroerd en angstig in zichzelf, vrezende of deze zaligheid ooit het deel hunner ziel zal zijn, — of zij niet blijken zullen verworpenen te zijn, — of het werk aan hun ziel het echte werk is, — of zij van God geleerd zijn. Maar de Heere zegt: „Zij worden in zijn kracht bewaard tot de zaligheid”; bewaard als in een stad met veel krijgsvolk, totdat de zaligheid zal komen in al haar heerlijkheid, liefelijkheid, blijdschap en gelukzaligheid in hun harten; behoed en omringd door al de eigenschappen Gods, opdat hun geloof niet bezwijke en zij „het einde hun geloofs, de zaligheid hunner zielen ontvangen.” Arme, twijfelmoedige, bedroefde, vrezende, schuldige zondaar! deze belofte is voor u. Uw ziel is geborgen in de Heere uw God; uw plaats en uw naam blijven hier bewaard. En het is een belofte voor u; ja, het is een belofte voor ons allen. Zij is voor ons, als wij bij elkaar zijn, of van elkander zijn gescheiden, een belofte voor de stad en voor het land; een belofte voor een kind Gods te midden van beproeving en verzoeking en een belofte wanneer hij zich in een kortstondige verlossing er van verheugt; een belofte voor hem in oorlog en in vrede; een belofte voor hem als de kanonnen bulderen en de aarde beeft, een belofte voor hem als er geen vijand nabij is, want dan kan de vijand door krijgslist naderen. Ja, zo gij een enkel ogenblik kunt noemen, dat deze belofte u niet noodzakelijk is, dat zou juist het ogenblik zijn, dat gij haar het meest behoeft. Zo gij ooit zover kondt komen, dat gij zeggen zoudt: „Nu heb ik de belofte niet meer nodig,” dan zou datzelfde gevoel u tonen, dat gij u bevondt aan de rand van een afgrond, en daarom was die belofte u nooit meer nodig dan op dat ogenblik.
Herdenk de trouw, aan ons voorheen betoond,
denk aan Uw volk, door U van ouds verkregen,
denk aan Uw erf, het voorwerp van Uw zegen,
aan Sions berg, waar G’eertijds hebt gewoond.
Ps. 74:2