Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen om de Heere te kennen. Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen, en als de vroege regen des lands. Hosea 6:3
Dat Jezus zal uitrekken om Zijn volk te verlossen, is net zo zeker als dat de zon morgen opgaat. Zo zeker als de ochtend na de nacht komt, zo zeker zal Jezus uittrekken naar de belofte in onze tekst. En heeft het woord ‘bereid’ niet iets dat zowel zoet als betekenisvol is? Er vindt een voorbereiding plaats voor de zon opgaat; en niet alleen opdat hij uit zijn kamer als bruidegom kan komen, en zich als een sterk man kan verheugen een wedstrijd te lopen, maar als voortkomend uit de voorafgaande duisternis, en om alles licht te maken. Zie hoe de ochtend uit de donkerte van de nacht voortkomt! Is het niet altijd nacht voor het ochtend wordt? We hebben niet altijd daglicht tot onze beschikking. Een donkere nacht van smart en verwarring gaat vaak vooraf aan Gods morgen, donkerder dan de nacht die voorafgaat aan het opgaan van de natuurlijke zon. Hoe vaak verduisteren nevel en mist de zon als hij begint op te komen. Toch is het ochtend, en spoedig zullen ze zijn verdreven. Net zo zeker zal de Heere Zichzelf aan uw ziel kenbaar maken als u‘vervolgt’. Maar komt de ochtend niet geleidelijk? Voor de zon opkomt vindt er een voorbereiding plaats voor zijn verschijnen. Zijn stralen trekken, als voorboden van zijn komst, strepen aan de oostelijke hemel, terwijl hijzelf nog achter de horizon is. En soms glinstert de Morgenster als een diamant in het oosten, zijn nadering aankondigend en zijn spoedige verschijning verkondigend. Zo is het vaak in de genade; ik wil niet zeggen altijd, want soms breekt de Zon der gerechtigheid plotseling los uit de donkerte van de nacht. Maar vaak, zoniet meestal, wordt de komst van de Heere in de genade voorbereid als de ochtend in de natuur. Er zijn stralen van de aankomende morgen voordat de Zon Zelf opgaat voor de ziel; de aanstaande barmhartigheid, het dagen van hoop, de verwachting van zichtbare verlossing, breken genadig door: ‘Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting’ (Ps. 62: 5); goed lezen, luisteren of bidden, zijn glimpen en vluchtige blikken van de Koning in Zijn schoonheid die het hart doen gevoelen en de tong zeggen: ‘O Heere, wat zijt Gij mijn ziel dierbaar.’ Al deze voorbereidingen gaan vooraf aan de Bruidegom en kondigen Hem aan als Hij uit Zijn kamer komt. En soms straalt, als de geestelijke dag begint, de Morgenster, die opgaat in het hart (2 Petr. 1:19). We kunnen dit wellicht opvatten als een belofte die aan de ziel met speciale zalf en kracht wordt toegediend als een voorspelling van toekomstig goeds. Maar in de loop der tijd komt de Zon Zelf als een gezegende onthulling van Christus aan de ziel; een genadige onthulling van de Zoon van God in de heerlijkheid van Zijn Persoon en de werking van Zijn bloed.
Lezen: 2 Petrus 1