De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen.de doden worden opgewekt, en de armen wordt het Evangelie verkondigd. En zalig is hij, die aan Mij niet zal geërgerd worden. Mattheüs 11:5,6
Wie kan de doofheid beschrijven die de mens van nature heeft voor elke waarschuwing, elk dreigement, elk gedeelte van Gods Woord? Dit is zeker een afschuwelijk deel van de zondeval. Maar als God de Heilige Geest een genadewerk aan het hart begint te verrichten, loutert Hij het oor. Zodoende opent Hij het om onderwijs te ontvangen. Hij geeft de ziel een nieuw vermogen, waardoor Gods waarheid wordt ontvangen als uit Gods mond. Is dit niet bij sommigen van u het geval geweest? Toen u vroeger de wet hoorde, gingen de dreigingen ervan als donderslagen over uw hoofd heen, zonder enige indruk te maken. Toen u over de liefde, het bloed en het lijden van Jezus hoorde, vond er geen zacht worden, geen smelten, geen vernedering van uw ziel plaats. Was u niet doof, volkomen doof? Ervoer u enige goddelijke gevoeligheid in uw ziel? Had u enig teder gevoel? Had u enige vernedering van geest? Niet één. Maar als God de Heilige Geest barmhartig de doofheid voor alle waarheid van God wegneemt—dan beginnen de doven te horen. Dit is een van de eerste tekenen van leven in de ziel. Ze horen de dreigementen van Gods wet, en elk dreigement weergalmt als donder in hun hart. Ze horen, en geloven wat ze horen, dat Hij de zondaars zal oordelen; dat er een dag is vastgesteld om de wereld te oordelen; en dat degenen die leven en sterven in zonde verzwolgen zullen worden door een afschuwelijke golf van ellende. Als God de Heilige Geest hun oren opent, horen ze de stem van de Zoon van God, want Hij zegt: ‘Mijn schapen horen Mijn stem’ (Joh. 10:27); en opnieuw: ‘De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven’ (Joh. 5:2 5).
Lezen: Johannes 5:19-29