Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein. Genesis 49:22
Het is heel belangrijk te weten of we vruchtbare ranken zijn of niet. Laat ons eens zien in het Woord van God, wat de Heilige Geest als zodanig aanmerkt. Godsvreze in een gevoelig geweten is een bijzondere vrucht, die aan de rank van het evangelie groeit. Deze vrucht bevindt zich in ieder levend kind van God, want Gods eigen belofte luidt: ‘Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken’ (Jer. 3 2:40). ‘De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid’ (Spr. 9:10). Sommigen van u zijn wellicht bedroefd, zoals u altijd met reden zult zijn, over uw eigen onvruchtbaarheid en nutteloosheid wat betreft de dingen Gods. Maar bent u godvrezend? Heeft de Heere die goddelijke vrucht in uw ziel geplant? Dat is de eerste genade. Geloof in God; geloof in Zijn Woord, oprechtheid, grootheid, macht, heerlijkheid, rechtvaardigheid en majesteit, hetgeen altijd vergezeld gaat van een godvruchtige eerbied voor Zijn grote Naam. Dit levende geloof waarvan Hij de Maker is en dat naar Zijn goddelijke volkomen voorbeelden wordt uitgeoefend, is een vrucht van de Geest, want ‘ geloof is een gave Gods ’. Als ‘goede hoop in de genade’ wordt opgewekt in de ziel, door een getuigenis, glimlach, belofte, woord of innerlijk teken van deel te hebben aan een dierbare Christus. Als ook de liefde wordt uitgestort in het hart van de gelovige, en hij met Petrus kan zeggen: ‘Gij weet alle dingen. Gij weet dat ik U liefheb’ (Joh. 21:17), omdat hij heeft gevoeld en ontdekt dat Christus zijn ziel heel dierbaar is. Als er ook vrede met God is, door te geloven in Jezus Christus. Als de gezegende Heere het belieft om Zijn barmhartigheid te tonen, en het getij van vreugde te doen stijgen in de ziel. Moet ik niet tevens toevoegen berusting in en onderwerping aan de wil van God, met een liefdevol geweten, nederige geest, gebrokenheid van hart, berouwvolle geest, en liefde voor de dierbare kinderen van God? Zijn dit niet allemaal evangelische vruchten?
Lezen: Johannes 21: 15-25