Jezus zeide: Ga henen tot mijn broeders, en zegt hun: Ik vaar op tot mijn Vader, en uw Vader, en tot mijn God, en uw God. Johannes 20:17
Waarom uw Vader? Omdat Hij mijn Vader is. Waarom uw God? Omdat Hij mijn God is. Als zijn eniggeboren Zoon van alle eeuwigheid, was God de God van onze Heere Jezus Christus; als ’s Vaders gezant en dienstknecht, zijn wil volbrengende op aarde, zelfs in zijn diepste vernedering, was God zijn God; en nu Hij van de doden opgestaan en ten hemel gevaren is, om Hogepriester te zijn over het huis Gods, nu Hij in zijn heerlijkheid is ingegaan en eeuwig leeft, om voor ons tussenbeide te treden, is God nog zijn God. Zo op Jezus ziende, is dit versterkend en bemoedigend voor het geloof. De grote en heerlijke God, de grote IK BEN, de God in wie wij leven, ons bewegen en zijn; de God, voor wie wij staan, met alles wat wij zijn en hebben; de God tegen wie wij zo zwaar en vreselijk gezondigd hebben — die grote en heerlijke God is „de God van onze Heere Jezus Christus.” Wij mogen daarom met volle vrijmoedigheid tot Hem naderen, onze smekingen voor Hem brengen, zijn heilige Naam aanroepen, en Hem met alle eerbied en vrees aanbidden als de God van onze Heere Jezus Christus, en onze God in Hem. Een gelovige blik op God, zoals Hij zich openbaart in de Persoon van zijn lieve Zoon, zoals Hij ons met zich verzoent door zijn kostelijk bloed, ons aanneemt in de Geliefde, en ons onze overtredingen niet toerekent, ontwapent God van al zijn schrik, neemt de dienstbaarheid der Wet uit onze harten en de schuld der zonde uit ons geweten weg, verruimt, vertroost en verheugt de ziel; stilt de ontroerde geest; en sluit de vrees, die haar kwelt, buiten.
Want deze God is onze God,
Hij is ons deel, ons zalig lot,
door tijd noch eeuwigheid te scheiden:
ter dood toe zal Hij ons geleiden.
Ps. 48:6