Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden. Mattheüs 5:6
Hart[1] zegt: ‘De manieren waarop God met Zijn kinderen omgaat, zijn, hoewel in hun algemene onderdelen gelijk, niettemin zo verschillend, dat de paden van het ene kind van God niet uitgestippeld kunnen worden aan de hand van die van een ander; dat blauwdrukken voor christelijke bekering, christelijke ervaring, christelijk nut of christelijke gesprekken niet kunnen worden vastgelegd.’ Ik ben het van harte eens met wat ik zojuist heb geciteerd, en hoewel ik geloof dat Christus niet wordt geopenbaard zonder een voorafgaande veroordeling door de wet, wie zal de noodzakelijke sterkte of de benodigde tijdsduur ervan bepalen? Wie zal de passer en de meetlat ter hand nemen en een cirkel uitzetten waarbinnen de Almachtige zich moet bewegen, of een lijn waarlangs Hij moet lopen? Laat degene die dit bepaalt eerst eens alle bomen in het bos volgens een voorgeschreven model en dezelfde verhoudingen snoeien.
Laat hem eens een onbekend blad uit een Indiaas bos onderzoeken en zeggen: ‘Dit is helemaal geen blad; het is niet gekarteld of geschulpt als het enige blad dat ik als norm heb genomen – dat van de eik. Daarom verwerp ik het als een verachtelijke vervalsing, een minderwaardige nabootsing, het werk van een vindingrijk kunstenaar.’ Tegen zo’n criticus zou men vergeefs zeggen: ‘Maar kijk, meneer, het is toch groen? Het komt toch voort uit een tak? Het vervult toch alle functies van een blad? Het geeft toch via zijn poriën en nerven alle overvloedige vocht af en ademt tegelijk de kooldioxide uit de lucht in, die, door het samengaan met het sap, de voeding voor de boom wordt?’ Hij zou toch antwoorden: ‘Het kan me niet schelen wat het doet. Ik zeg dat het niet gekarteld en geschulpt is, niet als een eikenblad is, en daarom weg ermee!’ Laten we dit eens toepassen. Ik geloof dat sommige kinderen van God de verschrikkingen van de wet niet zo hebben gevoeld als vele andere. Maar als ze zich verloren, schuldig, verdoemd, zonder hoop of hulp hebben gevoeld, is de wet in hun geweten werkzaam geweest. Maar ik kijk meer naar de verlossing en de gevolgen die zij teweegbrengt. Wie zal zeggen bij het horen van hun simpele getuigenissen dat hun blad niet groen is?
Lezen: Johannes 1:35-52
[1] Hart was dichter van vele gezangen, die door Philpot en andere baptisten tijdens de eredienst gebruikt werden.