Opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaardigende degene, die uit het geloof van Jezus is. Romeinen 3:26
Al het geschapene, alle verstand zou eerder moeten vernietigd worden, dan dat Jehova de minste aantasting van Zijn eeuwige eigenschappen zou kunnen dulden. Evenwel kan God rechtvaardig zijn, oneindig rechtvaardig, nauwgezet rechtvaardig, onveranderlijk rechtvaardig, en toch in het handhaven van Zijn onkreukbare en onveranderlijke rechtvaardigheid kan Hij nog de Rechtvaardiger zijn van hem, die in Jezus gelooft. De weg, waardoor dit kon worden tot stand gebracht, zal een eindeloze eeuwigheid van node hebben om dit te verstaan, te bewonderen en te aanbidden. Maar wat wordt bedoeld met de uitdrukking: „rechtvaardigende degene, die uit het geloof van Jezus is”? De Rechtvaardige beduidt, dat God een mens als rechtvaardig rekent, hem geheel vrij zijn zon den kan vergeven, in genade zijn persoon kan aannemen, hem gerechtigheid kan toerekenen zonder de werken, en hem Zichzelf eeuwig kan doen genieten. En hoedanig is de eigenschap van degene, die Hij tot Zich brengt door hem te rechtvaardigen? „Hij, die in Jezus gelooft”. Wat een eenvoudigheid, wat een zoetheid en gepastheid is er in het Evangelieplan. Luidt het dan aldus: „Opdat Hij rechtvaardig zij, en evenwel de Rechtvaardiger van hem, die werkt, die Gode behaagt door Zijn eigen verrichtingen, die een gerechtigheid voortbrengt, aangenaam in de ogen van de oneindige reinheid”? Wie kon dan behouden worden? Zou er één enkele ziel in de hemel zijn? Neen, zulk een woord als dit zou het gehele mensengeslacht in de hel doen nederstorten. Maar het luidt aldus: „Dit is de bedoeling Gods en in Zijn eeuwige raad besloten, die niet verhinderd kan worden, dat Hij is de Rechtvaardiger van hem, die gelooft in Jezus — dus de arme, nooddruftige, beproefde, verzochte, bekommerde en de verlegene, die in Jezus gelooft, die op Jezus ziet, die op Hem leunt en rust in Zijn Persoon, bloed, gerechtigheid en liefde, en dat boven alle dingen”. Dat dezen gerechtvaardigd worden, de zonden vergeven, aangenomen worden, en verlost met een eeuwigdurende verlossing, hoe zoet, hoe gepast verklaart het Evangelie dit aan de levende, gelovige ziel!