En nu, broeders, ik beveel u Gode, en het Woord Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder al degeheiligden. Handelingen 20:32
Heel zorgvuldig moeten we twee punten stevig in ons hart verankeren. Ten eerste, het juiste fundament voor ogen te hebben: ‘Geloof ik in de Zoon van God? Heb ik een duidelijke visie op het Zoonschap, de Godheid en de ware mensheid van de Christus van God? Heb ik geen verborgen dwaling in me opgenomen? Verberg ik in mijn hart geen verdorven leer? Is mijn geloofsbelijdenis in orde? Wordt het Woord Gods door mij, zoals God het heeft geopenbaard, ontvangen in een gelovig hart? Velen vergissen zich wat betreft het fundament zelf. Dan volgt: ‘Sta ik op het fundament? Heeft God Zelf me erop gezet? Heb ik ingezien hoe geschikt het was voor mijn verdwaalde en verloren ziel? Heeft de gezegende Geest van de dingen van Christus genomen en voor mijn ziel dierbaar gemaakt door een geloofsdaad? Wend ik mij naar Hem toe, ben ik Hem trouw, verlang ik naar Hem, steun ik op Hem, vertrouw ik geheel op Zijn Persoon en werk? Hoe staat het fundament? Bevind ik mij erop?’ De volgende belangrijke vraag is: ‘Hoe staat de bovenbouw? Heeft de Heilige Geest iets met goddelijke kracht in mijn ziel bewerkstelligd? Het geloof dat ik bezit, is het van God? De hoop die ik heb, geloof ik dat hij van de Heere Zelf afkomstig is om mijn ziel in de zware storm te steunen? Mijn berouw, is het oprecht? Mijn belijdenis, is zij eerlijk? Mijn wandel, is hij beginselvast? Mijn geweten, is het gevoelig? Mijn verlangens, zijn zij geestelijk? Mijn gebeden, zijn zij vurig? Mijn hart, is het eerlijk? Mijn ziel, bevindt zij zich recht tegenover God? Wat zie ik als het fundament en wat zie ik als de bovenbouw? Vestig ik al mijn hoop op Christus als de Rots, en mijn hele godsdienst op het werk van de heilige Geest in mijn hart?’ Als u al deze vragen voor het aangezicht van God kunt beantwoorden met: ‘Ja, ja, tienmaal ja,’ dan is het goed met u. Als u op het fundament staat dat God in Sion heeft gelegd, is het goed met u; het is helemaal goed met u als God de Geest een levend geloof in uw hart heeft aangebracht. Maar het is helemaal verkeerd met u, en wel voor eeuwig, tenzij de Heilige Geest aan uw geweten werkt.
Lezen: Mattheüs 7:15-29