En ik hoorde een grote stem zeggende in de hemel: „Nu is de zaligheid”. Openbaring 12:10
Zaligheid. Wat zaligheid? Zaligheid uit genade, vol en vrij. Zaligheid zonder enige inmenging van ’s schepsels gerechtigheid; zaligheid, stromende uit de boezem Gods; zaligheid, vloeiende geheel en alleen door het bloed des Lams. Doch de zaligheid kan nooit gesmaakt worden zonder een voorafgaande veroordeling. Men kan nooit een geloofsblik ten hemel slaan, of er moet een nederblikken geweest zijn in de poort der hel. Er moet een bevinding van schuld geweest zijn, vóór er blijdschap kan zijn over de verzoening. „Nu is de zaligheid”. Waar vandaan? Van de beschuldigingen van satan, van de vloeken der wet, de vrees des doods, de schrik der hel, het vonnis der veroordeling? En hoe wordt de zaligheid geopenbaard? Terwijl de strijd gaande is, terwijl de afloop twijfelachtig is, terwijl man tegen man, en voet voor voet, de strijd tussen satan en de ziel wordt gestreden, en zij zijn gewikkeld in een dodelijke strijd? Neen, hier wordt geen zaligheid geproefd. Er moge een hoop zijn, die de soldaat in staat stelt staande te blijven, maar er is geen vreugdekreet van overwinning, tenzij de vijand op de vlucht gedreven is. Maar wanneer satan verslagen is, zijn beschuldigingen tot zwijgen gebracht zijn en de ziel bevrijd is, dan is er zaligheid. Het zoetste gezang dat de hemel ooit liet horen, de meestgewijde toon die ooit de ziel deed smelten, is „zaligheid”. Verlost te zijn, verlost van de dood en van de hel, verlost van de worm die niet sterft, en van het vuur dat niet uitgeblust wordt; verlost van de sulfervlammen van de bodemloze put; verlost van het gezelschap van de kwellende boze geesten en van alle onreine schelmen, waaronder de wereld gezucht heeft. Verlost van de onuitsprekelijke smart over het lasteren van God; verlost van een eeuwige ellende zonder hoop. En veilig in de hemel, en Jezus te zien, zoals Hij is. Volkomen heiligheid en blijdschap met bet gezegend gezelschap van de heilige engelen en verheerlijkte heiligen! En dit alles te genieten gedurende de ontelbare eeuwen van een gezegende eeuwigheid. Welke tong van mensen of engelen kan het miljoenste deel beschrijven van wat vervat is in het woord „zaligheid”?