O, of ik wist, dat ik Hem vinden zoude! ik zoude tot zijn stoel komen; ik Zoude het recht voor zijn aangezicht ordelijk voorstellen; en mijn mond zoude ik met verdedigingen vervullen. Job 23:3, 4
Was Job niet in dezelfde toestand, waarin wij dikwijls verkeren? Zo die oude patriarch niet geweten had, wat het was bekommerd, beklemd en bedroefd van geest te zijn en bijna bezwijkende onder de aanvallen van de boze, hij zou niet gezegd hebben: „O, of ik wist, dat ik Hem vinden zoude! Ik zoude tot zijn stoel komen: ik zoude het recht voor zijn aangezicht ordelijk voorstellen, en mijn mond zoude ik met verdedigingen vervullen.” Is dat nu, of is dat ooit het oprechte gevoel, de wezenlijke ervaring uwer ziel geweest? Zie in uw hart, gij, die de Heere vreest. Zie voor een ogenblik, zo gij er vroeger nooit naar gezien hebt, naar het werk der genade en overweeg of gij iets van deze zaken kent. Hebt gij ooit, als gij duisternis, slavernij en droefheid in uw ziel voeldet, uitgeroepen: „O dat ik wist waar ik de Heere kon vinden! Heere! ik heb er behoefte aan, U te vinden; mijn ziel smacht naar U; laat mij smaken van uw gezegende tegenwoordigheid; ik wil U omvatten met de armen mijns geloofs; ik heb behoefte aan de liefelijke getuigenis van uw genadige lippen. O, of ik wist, dat ik U vinden zou! Ik zou mij niet bekommeren door welke wegen ook.” Is het zo met u, dan tonen deze zelfde zaken, dat gij vreze Gods in uw zielen, en de lering des Geestes in uw harten hebt. Gij zijt waar Job was, en zo gij iets kent van hetgeen Job hier zegt: „O, of ik wist, dat ik Hem vinden zou! ik zoude tot zijn stoel komen!” — als dat het verlangen uwer ziel is, hebt gij de godsvrucht van Job, de ondervinding van Job, de droefheid van Job in deze zaak, en gij zult de verlossing van Job, de vrede van Job en de redding van Job hebben.
Mijn ogen treuren om mijn leed,
om al mijn angst, om al mijn lijden.
O Heer, wil mij van straf bevrijden,
ach, toon U tot mijn hulp gereed!
’k Smeek dag aan dag om uw ontferming,
leen mij de hand tot mijn bescherming!
Ps. 88:6