En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft. 1 Johannes 3:23
De Heere beveelt ons te geloven in de Naam van Zijn geliefde Zoon, zoals de apostel Johannes schrijft. Maar we kunnen niet geloven in de Naam van Jezus, net zomin als we een wereld kunnen scheppen, tot God het mogelijk maakt. Geloven in Jezus! Hem ontvangen door het dierbaar geloof in mijn hart! De werkzaamheid van Zijn verzoenende bloed in mijn geweten ervaren! Mijn ziel in de heerlijke vreugde van Zijn sterfelijke liefde baden! Doe ik dit? Voordat ik dit zelf kan doen, moet ik kunnen zeggen: ‘Er zij licht’, en er wordt licht. Maar als de Heere door Zijn genade en Geest het hart verruimt; als Hij Zijn dauw, zalf en geur in mijn ziel laat druppen; als Hij dichter bij mijn ziel komt en haar dichter bij Hem doet komen; als de gezegende Zon der gerechtigheid door de donkere wolk heen schijnt en de koude, donkere ziel verwarmt, dan kan zij net zomin niet in Hem geloven als ze voordien wél in Hem kon geloven. We kunnen net zomin weigeren te geloven als het geloof in het hart geschonken wordt, als we wél kunnen geloven voordat het geloof wordt geschonken. Als God het hart verruimt, en liefdevolle gevoelens opwekt, dan lopen we de weg van Zijn gebod. We geloven niet uit plicht; we geloven niet uit bevel; noch geloven we zelfs als voorrecht. Maar we geloven als een zegening. We geloven als we een voorwerp met onze ogen zien. Dus als het geloof de ogen opent, ziet de ziel Jezus; zij kan niet anders dan Hem zien.
Lezen: 1 Johannes 3:10-24