En op de keursteen een nieuwe naam geschreven, welke niemand kent, dan die hem ontvangt. Openbaring 2:17
Hier wordt naar een ander gebruik verwezen. In vroeger tijden was het gebruikelijk op een steen de naam van de kandidaat op wie men wilde stemmen te schrijven. Als er twee, drie, vier of tien kandidaten voor een ambt waren, en iemand de mening te kennen wilde geven dat een bepaalde kandidaat gekozen moest worden, met andere woorden, als hij zijn stem op een bepaalde kandidaat uitbracht, schreef hij de naam van de kandidaat op een steen en stopte die steen in een urn. Degene wiens naam het meest voorkwam, werd als door de meerderheid van het volk gekozen beschouwd. De Heere zinspeelt hierop in de tekst, waarin hij zegt: ‘En op de keursteen een nieuwe naam geschreven, welke niemand kent, dan die hem ontvangt.’ Wat is deze nieuwe naam? Is het geen nieuw hart, een nieuwe natuur – Christus in de ziel, de hoop op de heerlijkheid? Dit is de ‘nieuwe naam, welke niemand kent, dan die hem ontvangt.’ Nieuwe gevoelens van liefde die naar de dierbare Heere uitgaan, nieuwe zuchten van het hart dat zacht is geworden in ontzag voor Hem, nieuw genieten van Zijn geopenbaarde aanwezigheid, nieuwe gewaarwordingen van het werk van de Geest aan de ziel, met andere woorden: een nieuw hart, een nieuwe natuur, nieuw gemaakt door Hem Die op de troon zit.
Lezen: Genesis 32:9-32