En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk ’t behoort, maar de Geest zelve bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Romeinen 8:26
In al onze gebeden, in al onze toenaderingen tot de troon, zal dit onze barmhartigheid en wijsheid zijn, te streven om tot het bezit te komen van de zin des Geestes; te begeren de wil van God te kennen en die te doen; geloviger en meer aanhoudend op te zien naar de Heere Jezus, opdat Hij zelf ons onderwijze en besture; dat Hij ons door zijn Geest en genade inwendig en uitwendig meer gelijkvormig mocht maken aan zijn lijdend beeld; dat Hij het ons wilde geven Hem beter te kennen, beter te dienen; dat onze gebeden dag aan dag vuriger, ernstiger en oprechter, geestelijker en meer in overeenstemming met de wil van God werden; dat zij dus meer en meer openbaar werden te zijn de tussenbeide komende adem van de Geest Gods in onze harten, en als zodanig ons duidelijker en verstaanbaarder antwoord brachten. Bidt voor de openbaring van Christus aan uw ziel, voor een openbaring van de Persoon, het bloed, de gerechtigheid en de liefde van Jezus; tracht duidelijker tekenen en getuigenissen te hebben van het Goddelijke leven; dat uw Eben-Haëzers en tekenen ten goede u helderder beschijnen; dat uw twijfel en vrees meer geheel verdreven en u een vollere en zoetere verzekerdheid gegeven worde van deel te hebben aan het volbrachte werk van Christus. Vraag ook, dat de beloften aan uw hart mogen worden toegepast; dat het Woord Gods met Goddelijke kracht in uw geweten moge worden gebracht, en een levend geloof in u opgewekt worde en opwasse, om zich met de Waarheid, die gij leert of hoort, te verenigen. Zoek bovenal een inwendige verzekerdheid, dat uw gebeden gehoord en verhoord zijn, en wacht dan op het antwoord. Dit zal u het zekerste en beste van alle getuigenissen geven, dat de gezegende Geest zelf voor u bidt met onuitsprekelijke zuchtingen.
Merk op, mijn ziel, wat antwoord God u geeft!
Hij spreekt gewis tot elk, die voor Hem leeft,
zijn gunstgenoot, van blijde troost en vree,
mits hij niet weer op ’t spoor der dwaasheid treê.
Ps. 85:3