Op welke ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest. Efeze 2:22
Deze woorden zijn toepasselijk zowel op het gehele lichaam van Christus als een geheel beschouwd, als op elk afzonderlijk lid van dat lichaam, persoonlijk beschouwd; en wat de gemeente Gods is in haar volkomenheid in Christus, zoals zij hierboven in de hemel zijn zal, en wat zij nu in haar zichtbare en strijdende toestand op aarde is, zo is ook elk lid dier gemeente in het bijzonder in diezelfde staat; en het is deze verheven waarheid, die de hierboven aangehaalde woorden van zulk een krachtige toepassing maakt voor elk gelovige in het bijzonder. Daar wij allen voor onszelf verantwoording zullen moeten doen, en daar de godsdienst een persoonlijke zaak is, hoe moet dan elk gelovige voor zichzelf acht geven, dat hij zodanig voor God en de mensen wandelt, dat hij zowel een inwendige als uitwendige getuigenis heeft, dat zijn lichaam de tempel is van de Heilige Geest (1 Cor. 6 : 19), en dat hij een woonstede Gods is door de Geest. Indien hij dit betracht, en leeft onder zijn ernstig gewicht en invloed, hoe zorgzaam zal hij dan zijn dat lichaam niet te besmetten, dat de tempel is des Heiligen Geestes; hoe begerig en bezorgd zal hij zijn, zijn ogen niet te bezoedelen door zwervende lusten, en zijn oren, door te luisteren naar wereldse en vleselijke gesprekken, en zijn lippen, door geveinsdelijk te spreken of deel te nemen aan loszinnig en ijdel geklap, of zijn handen, door er iets mede aan te raken, dat boos is, of zijn voeten, door te gaan in het spoor der ijdelheid en dwaasheid; maar om zijn lichaam te beschouwen als een lid van Christus (1 Cor. 6 : 15), en daarom geheiligd tot zijn dienst en zijn verheerlijking.
Neig’ nooit mijn hart tot kwade zaken,
om tot godd’loosheid mij te spoên
met mannen, die verkeerdheid doen;
laat mij hun lekkernij niet smaken!
Ps. 141:4