Geroepen en bewaard in Jezus Christus. Judas 1
Wat een barmhartigheid is het voor Gods volk, dat zij vóór zij in de tijd met Christus verenigd zijn; vóór zij bevindelijk in Hem zijn ingeënt, zij vóór de grondlegging der wereld eeuwig en onafscheidelijk met Hem verenigd waren. Het is door deze eeuwige vereniging, dat zij in de tijd een bestaan ontvangen. Het is krachtens deze vereniging, dat zij in de wereld komen op zulk een tijd, op zulk een plaats, van zulke ouders, onder zulke omstandigheden, als God heeft bepaald. Het is uit kracht van deze eeuwige vereniging, dat de omstandigheden van hun levensloop zijn beschikt. Uit kracht van deze eeuwige vereniging worden zij in Christus Jezus bewaard aleer zij geroepen worden. Zij kunnen niet sterven, voordat God de daadwerkelijke vereniging met Christus heeft bewerkstelligd. Welke ziekten zij ook mogen doormaken, aan welke rampen zij ook mogen blootgesteld worden, welke gevaren zij ook te land of ter zee mogen ontmoeten, zij zullen noch kunnen sterven, tot God Zijn voornemen, hen te brengen tot de dadelijke vereniging met de Zoon Zijner liefde, heeft ten uitvoer gebracht. Zo waakt deze eeuwige vereniging over iedere omstandigheid van hun geboorte, hun kindsheid, hun middelbare leeftijd, totdat de bestemde tijd en plaats er is, wanneer de God aller genade, overeenkomstig Zijn eeuwige beschikking, het behaagt hun ziel het leven te schenken en hen dus bevindelijk te verenigen met de Heere des levens en der heerlijkheid.